potlood

BackUp

25 Okt 2003 23:42:
Dit is een BackUp van mijn weblog, ten tijde van het sterven van mijn zusje. Deze teksten zijn de originele versies.

Het schijnen stadia van rouw te zijn: ontkenning en woede. Woede kan zich dan ook richten op een familielid dat de informatie uit het ziekenhuis niet ontkent :-( Of op een weblog.

Om te voorkomen dat mensen hun energie verliezen aan windmolens, energie die ze beter kunnen besteden aan rouw en verdriet, heb ik besloten deze pagina achter een wachtwoord te zetten.

Ik vertrouw erop dat u de tekst met respect en piëteit voor m'n zus en de nabestaanden zult behandelen.

6 - 11 oktober


De gebeurtenissen staan nu in chronologische volgorde hieronder. In de weblog verscheen telkens een update, en stond nieuwste tekst bovenaan. In de ‘juiste’ volgorde is het onbegrijpelijke eh..
nog steeds onbegrijpelijk.


Foto Petra



filmpje

07 Okt 2003 20:38:
Vandaag bij gebrek aan nieuws, een filmpje van onze kleine grote ster:
animatie Leora met feestjurkje voor spiegel


zuurstof

08 Okt 2003 16:18:
blind en berooid
bevecht ik mijn zoutwatervallende
woede
jij
hebt geen wimper bewogen

zuurstoftekort

wachten

09 Okt 2003 14:38:
Er is geen nieuws.

Petra


In detail herinner ik mij de dag dat jij werd geboren.

Het was een zondag.

Vroeg in de ochtend trok Papa mij mijn donkerrode jasje aan. Ik nam een oranje ballon mee. En een sleutelhanger. Pinokkio aan een laddertje. Met Ebo van de Velde, drie huizen verder, wachtte ik. Ik was twee jaar en acht dagen. Ebo was twee jaar en twee dagen. Ik kreeg een zusje.

In de gang bij Ebo sprong ik op en neer, ik gooide de ballon omhoog en riep: ik krijg een zusje! Ik zie de ballon nog en de naden in het plafond, die ik zag terwijl ik omhoog keek.

Het duurde zo lang, het leek wel eindeloos. Eindeloos. Het wachten. Ik herinner me van die ochtend ook het gevoel dat Ebo's moeder me maar druk en lastig vond. Ik was twee jaar en acht dagen. Ik kreeg een zusje.

Nu vrees ik, is de dag is aangebroken dat mijn zusje, jij, dat kleine wezentje met zwarte lokken en lange vingertjes, dat geboren werd zonder te kunnen praten, – dat was wel raar hoor – dat jij mij bent ontnomen.

We wachten. Ik wacht. Ik wacht weer. Ik wacht op de uitslag van de tests. Als je hersenen niet voldoende reageren (wat is voldoende? Kun jij als arts me dat uitleggen?)

Als je hersenen niet voldoende reageren, stoppen ze je behandeling. Dan krijg je geen vocht meer. Geen extra zuurstof. Geen glucose, zout. Geen pijnbestrijding meer. Geen slaapmiddel meer. Geen middel om je bloeddruk op peil te houden, die is namelijk erg laag. Geen hartslag-regulatie meer. Geen antibiotica. Geen koortsdrukkende middelen. Maar bovenal: geen zuurstof.

Kortom. Dan laten ze je stikken.

Ik wacht. Op beter nieuws.
Dit ben jij, drie jaar geleden

stan the schlemiel

10 Okt 2003 02:29:
Hij was lelijk, blond en had varkensogen. Zijn leven voorbestemd voorbij te gaan zonder één wapenfeit. Eindelijk had hij zijn diploma (nieuwe stijl, studiehuis) op zak. Hij deed mee aan de loting. Stan the Schlemiel begon in het legendarische jaar Tweeduizend Drie aan zijn studie Medicijnen. Stans Allereerste Zaak was Het Slecht Nieuws Gesprek. Dat moet je óók oefenen niet waar. Die obducties komen later wel. Hij frummelde aan zijn witte jas. Dat was wennen. Zo'n witte jas.

SSEP Nul. Sep Nul, repeteerde hij. Daar moest hij het over hebben. SSEP Nul. "Jij bent de expert" giechelde de echte arts, een Duitse vrouw, precies even oud als de patiente, en met een beetje geluk oud genoeg om zijn moeder te kunnen zijn. "Eh. u bent hier voor mevrouw.... Het is niet is niet zo goed. We kunnen u vertellen dat de hersenen zuurstofgebrek hebben gehad." probeerde hij. DE hersenen, die dus. De gespreksparters hadden zich dit immers nog onmogelijk zelf kunnen bedenken.

En zo bazelde Stan een kostbaar kwartier over SSEP Nul.

Zonder ook maar één zinnig, laat staan een nieuw woord uit te brengen.

Stan was een aanwinst voor De Wetenschap. Een Sociaal Wonder. En Stan kreeg vast een ruime voldoende voor zijn Eerste Studie-opdracht.

De verpleegster huilde.

Dit ben jij, drie jaar geleden. Jij verdiende geen Stan. Of hoe hij ook heette. Zijn naam zal onmogelijk ooit iemand bijblijven. Jouw naam is Petra. Jij veegde vloeren aan met Stan.

lezen

10 Okt 2003 02:46:
Allerliefste familie. Willen jullie uit respect voor mijn zus de gehele tekst op onderstaande link lezen?

Aan de rechterzijde van de tekst bevindt zich een klein balkje. Het zogenaamde scroll-bakje. Beweeg die naar beneden, en u kunt ook de tekst 'die uit het beeld loopt' lezen. Mijn dank is groot. Gebruik van het toilet is één kwartje.
Petra ademt desondanks zelf, zonder kunstmatige ademhaling

wegkomen

10 Okt 2003 03:34:
Deze heer hoeft uiteraard niet te denken dat hij hier nu mee wegkomt. Die rechtzaak gaat door. Al moet ik zelf, in de rechtzaal haar hele dagboek voorlezen, en elke minuut dat de advocaat aan Petra's zaak denkt persoonlijk betalen. Zo'n 249 in combinatie met 242 blijft strafbaar. Ook als de veertienjarige overlijdt na jaren van molest en bedreiging om geen rechtzaak aan te spannen. Haar drie kinderen zullen de komende tachtig jaar lijden onder haar veel te vroege dood. Zij kunnen deze kale kip geen veer, geen nagel om zijn kotsmisselijke kont te krabben nalaten.
Overtreding van artikel 242 en 249 Wetboek van Strafrecht, was de zaak waarvoor zij zondag gemolesteerd is, die haar maandag opbrak

praten

10 Okt 2003 04:24:
Naast jouw bed zat ik, jij lag daar met je gruwelijke littekens. Mijn liefste. Mijn meisje, mijn zusje dat zo lief was dat ik het als kleutertje al niet begreep, of wel, jij was liefde in eigen persoon: jij was zo lief, zo intens lief en teder, zomaar vanzelf, niemand deed het je voor. Je sloeg je kleine armpjes om me heen en hield me vast. Je kleine beentjes. Je kroelde met mijn haar. Met je duim in je mond speelde je pink met mijn gezicht. Waar had ik dat aan verdiend, jij kleine baby, jij hield zomaar van mij, gratis, zomaar. Ik was zo verbaasd. Jij wonder. Zoiets had ik nog nooit gezien, nog nooit ervaren. Jij was liefde en tederheid in eigen persoon. Jij was de kleur rood in eigen persoon.

Naast jouw bed zat ik, jij lag daar met je gruwelijke littekens. De artsen spreken van een daad, van een enorm, extreem geweldadige daad. Een onbegrijpelijke daad. Ook technisch gezien niet te ontrafelen. Hoe jij dit voor elkaar gekregen hebt is werkelijk niet te begrijpen. Ziet men nooit. Niet bij weloverwogen suicides, noch bij impuls-suicides. Die gruwelijke littkens, hoe, oh hoe mijn liefste heb jij, liefde in eigen persoon, dit voor elkaar gekregen?

Nu ruik ik in mijn handen nog steeds die geur, die geur die om jou heen hangt. Ik heb mij gewassen, andere kleren aangetrokken, want die geur die ziekenhuisgeur dat ben jij niet. Ik was mijn handen ik was mijn handen ik was mijn handen in schuld. Vergeef me. Zo intens zo intens als ik van jou gehouden heb heb ik nooit van iemand gehouden. En jij van mij: dat voetstuk, dat voetstuk was zo hoog, ik smeekte je, in doodsangst en hoogtevrees. Mijn liefste.

Naast jouw bed zat ik, jij lag daar met je gruwelijke littekens. Jij beweegt niet meer geen wimper. Een neusvleugel, als je met al je kracht inademt. Soms schokt je maag. Oh jij mijn liefste, mijn liefde in eigen persoon.

Jouw hand, jouw lieve hand omklemde mijn vingers. Vandaag. Tussen jouw ring- en middelvinger omklemde je mijn vingers. En later, tussen je duim en wijsvinger. Natuurlijk gelooft niemand me. Ik geloof mijzelf niet meer. Men heeft woorden als reflex en spasme. Oh jij mijn liefste. Mijn liefde in eigen persoon. Gereduceerd tot reflexen en spasmes.

Ik vroeg, ik stelde je vragen, en vertelde verhalen, over vroeger, al je poppen, je knuffels en beren, elk bij hun naam, hun kleur hun eigenaardigheden. Ik praatte ik praatte ik praatte maar door, fluisterde in je oren en streek je haren uit je gezicht. Honderden keren. Honderden. Mijn liefste. Je haren geplakt aan je hoofd. Je lieve, je mooie oren.

Je litteken van de waterpokken, tussen je wenkbrauwen, iets dichter bij je rechter wenkbrauw. Ik vroeg je of je het nog wist hoe oneerlijk ze verdeeld waren. Ik had er maar drie, terwijl het mij zo leuk had geleken. Jij had de andere tweehonderd. En je had zo'n jeuk en pijn, zo'n vreselijke jeuk. Op je buik en overal, op je rug waar je niet kon krabben. Tussen je wenkbrauwen is die ene nog steeds zichtbaar.

Het blauwe streepje op je lip. Ik vroeg je of je het nog wist. Hoe je aan het fondue vorkje gelikt had. Je was zo klein. Je dacht dat je het zo in je mond kon steken. Ik vroeg, ik stelde je vragen. Je reageerde niet.

Maar toen vroeg ik of je pijn had. Petra, lieverd. Mijn liefste. Heb je pijn. En je knikte. Je knikte ja zoals wij ja knikken. Mijn hele lichaam schrok. Overal stonden al mijn haren overeind. Je knikte Ja. Ja, ik heb pijn. Ik vroeg en vroeg elk lichaamsdeel noemde ik op. Je reageerde niet. En ik vroeg niet naar lichaamsdelen meer, maar naar mensen.

Namen, namen noemde ik op. Tot ik Eddy zei. Heb je zoveel verdriet voor Eddy zei ik. En je knikte. Je knikte zoals wij, wij zonder hersenletsel, ja knikken. Rillingen liepen over mijn hele lichaam. Jij knikte Ja. Eddy. Ja, Eddy. Jouw man. Jouw lieve man.

Natuurlijk gelooft niemand me. Ik geloof mijzelf niet meer. Men zoekt woorden als reflex en spasme. Oh jij mijn liefste. Mijn liefde in eigen persoon, jij, jouw hoofd, jouw kin, jij knikte ja. Met heel jouw hoofd en kin. Tweemaal. Pijn. En ik doorvroeg, doorvroeg en elk lichaamsdeel en iedereen opnoemde: Eddy. Maar wij mogen niet zien, niet geloven wat wij zien. Stan the Schlemiel heeft jou immers gereduceerd tot reflexen en spasmes.

Liefste mijn liefste, ik heb ze het vuur aan de schenen gelegd. Stan (of hoe hij ook heet) ging achter me staan, zodat hij mijn ogen niet meer hoefde te zien, terwijl ik hem niet eens aankeek. Ik heb ze het vuur aan de schenen gelegd, precies zoals jij gedaan zou hebben. Ik heb het gesprek even stil gezet, met de opmerking dat ik vond dat ze het maar defensief brachten allemaal.

Daar ging die Duitse arts nogal naar vragen: wat ik nu bedoelde met defensief. Ik wilde dat niet uitleggen, want ik dacht: dan word ik kwaad en daar bij jij niet bij gebaat. Gelukkig kon een verpleegkundige mijn gevoel verwoorden: "Ze bedoelt: Het klinkt alsof wij ons bij voorbaat verdedigen, tegen een eventuele aanval van de familie." Dat was 200% mijn gevoel, beknopter verwoord dan ik het zelf had kunnen samenvatten.

Het klonk namelijk alsof Stan het over De Plant had: Het zou toch wel handig zijn om te stoppen die plant Water Te Geven, of, alternatief: Zullen We (wie?) Er Meteen Een Flesje Spiritus bij doen? Hij zei dat niet letterlijk maar het klonk wel zo. En zijn vervolg was, in mijn oren, "Maar neemt u het ONS vooral Niet Kwalijk, maar wel G'd, de Goden, Het Lot, Allah, of welk Stilte-Centrum in ons Moderne Complex U ook Wenst Te Bezoeken." Hij zei dat niet letterlijk, maar het klonk wèl zo.

Zo bekroop mij het gevoel dat Stan even de studentikoze mond gesnoerd moest worden. Dat lukte. Hij heeft zijn voldoende hoor, maak je geen zorgen Petra over zijn co-schappen. Ik heb hen uitgelegd wat jouw beleid geweest was, met patienten zoals jij. Jij nu bent. Dat jij jij mijn liefste mijn tederheid in eigen persoon, had, dat is: hebt, doorbehandeld, tot de laatste snik. Jouw patienten een waardige dood gunnend. Ik noemde het voorbeeld van dat meisje met aids. Dat jij haar tot haar dood toe begeleid hebt, tot zij al lang lang en breed onomkeerbaar hersenletsel had, (zij gemisdiagnosticeerd was als pychiatrisch patient, toch? maar dat heb ik er niet meer bijverteld,) en zij uiteindelijk een waardig sterven heeft kunnen doormaken. Door jouw hulp. Jouw liefdevolle, tedere hulp. En, heb ik verteld, hoe haar familie dat zo waardeerde, dat jij, na haar dood, het zilveren kettinkje kreeg, dat zij altijd droeg. Als dank van haar familie, voor jouw hulp, jouw hulp bij haar waardig mens-erend sterven. Zij stierf zonder één dag ooit geweten te hebben dat zij aids had. En toch gaf jij haar niet op, 'hoewel' jij wist dat haar ziekte onomkeerbaar was, en haar ernstige hersenletsel nooit meer goed zou komen.

Ik heb hen tot besluit gezegd, en keek hen daarbij allen aan, dat jou gegund was die waardige dood die jij de patienten jou toevertrouwd gunde. En dat ik van ieder in die kamer verwachtte, de inspanning ook jou een even waardig sterven te gunnen, als jij jouw patienten gunde.

Petra ademt ondanks hersendood zelf, zonder kunstmatige ademhaling. Ook is haar hart sterk. Dat betekent dat haar sterven heel langdurig zal zijn.

maanloze nacht

10 Okt 2003 12:34:
Mijn allerliefste. Mijn aller allerliefste en enige zus. Jij enige op deze aarde die ons perspectief deelt. Kent als geen ander. Als niemand anders. Ze begrijpen me niet. Ik begrijp het. De schok is te groot. Wie kan dit aanvaarden. Jij oh ironie, jij, jij zelf, mijn liefste mijn liefste was de enige die dit begrepen had. Je diagnose is namelijk hersendood, althans "SSEP Nul" zei Stan. Jij had hem zo'n sukkel gevonden. Ik kan niet deelnemen aan discussies over jou. Niet met hem, niet met niemand. Niet speculeren over jouw laatste gedachten of jouw verdriet. Ze willen me allemaal tegelijk bellen. Maar ik mail, ik wacht op mail. Jij weet hoeveel decennia verdriet met je meewandelt als een Schaduw die zelfs in de donkerste maanloze nacht geen moment van je zijde wijkt. Laat ze me schrijven, dan kan ik hun lieve woorden over en over en overnieuw lezen. Laat ze me dan toch over een paar maanden bellen. Ik mij die na vandaag alleen nog levend monument van deze gruwelijke dag zal zijn. Torenhoge schaduw. Zal nooit meer van mijn zijde wijken.

Vanavond, om acht uur worden wij weer gekneed door Stan. Of hoe hij ook eigenlijk heet. Ik heb de hele nacht alleen kunnen wachten. Deze torenhoge schaduw wijkt niet van mijn zijde. Vanavond, om acht uur worden wij weer gekneed. Murw gemaakt. Gemarteld met volslagen holle, lege woorden en het aanblik van jouw uitzichtsloos vechtende lichaam. Tot wij zo ver heen zijn dat wij bereid zijn die gruwelijke daad op ons te nemen die jij ons, je ouders, je man, je kinderen, als enige mogelijkheid hebt achtergelaten. Hoe, oh hoe, kan ik na die dag nog iets anders dan levende schaduw van deze gruwelijke dag zijn.

En nee Petra, je hebt het me van de zomer nog gevraagd: of ik voor je kinderen wilde zorgen als jij dood bent. Natuurlijk, natuurlijk wil ik voor je kinderen zorgen. Maar mijn antwoord is en was en blijft hetzelfde als ik je die dag en altijd gaf: ik wil zo graag, zo graag, ik wil niets liever, dan dat jij zelf voor je kinderen zorgt. Je fluisterde me die vraag telkens weer toe. Die zonnige dag. In mijn oor. Andere dagen aan de telefoon. Jij Liefde in Eigen Persoon. Jij Engel Des Doods. Je hebt me zo diep, zo diep, zo onbeschrijfelijk bang gemaakt. Jij Arme. Oh Arme Arme Zus van mij. Zelfs in de donkerste maanloze nacht week de Schaduw van jouw verdriet geen moment van je zijde.

lopen op water

10 Okt 2003 18:39:
Petra, weet je nog die keer, dat je me opbelde, ik hoorde aan je stem dat je in paniek was, en vroeg: De dominee heeft net gezegd dat Jezus onmogelijk over het water heeft kunnen lopen..." Je zweeg. Mijn hersens zochten een split second naar de juiste reactie. "Nou," zei ik, "als ik nu door dat idee al aan mijn geloof moest gaan twijfelen, dan kreeg ik er wel een dagtaak aan! Hahaha, een gotspe! Wat was DAT in vredesnaam voor do-mi-nee?" Ik geloof dat je een of andere samen op weg kerk noemde. Ik legde je uit, want je had daar op dat moment heel veel behoefte aan, dat het christendom juist door intern wringende dogma's met pseudologica logisch te praten, zich zelf dit soort valkuilen schept. Het ongeloof ligt daardoor gevangen in elk verhaal, elk wonder, en kan elk moment ontsnappen, wanneer die dogma-aan-elkaar-pratende logica op dat verhaal wordt losgelaten. "Noem dan eens een voorbeeld! Want Jezus heeft onmogelijk over het water heeft kunnen lopen.. De dominee heeft het zelf gezegd." Je zei het extra resoluut, om aan te geven dat je wilde dat ik het zou ontkennen (waar je soms, evengoed ook weer heel boos over kunt worden.) "Is drie maal één één? Staat er soms de Heere is Drie, staat er niet de Heere is Één Hashem Echad? Met die fout is alles begonnen. Zodra je ontkent wie G'd is, is niets meer mogelijk. Dan kan ook Jezus nooit over het water hebben gelopen." Je was even stil. "Dus jij twijfelt nooit of Jezus over het water heeft kunnen lopen?" Daar, zei ik, heb ik zelfs nog nooit over nagedacht.

Jij hebt me met die boeken in contact gebracht. OK, en Pim de Haas, mijn buurjongen toen ik achttien was. Door jou en Jayson, zijn ziel is bij je, heb ik ooit gezocht bij de Slegte. Door jou heb ik ooit The Lonely Man of Faith van Soloveitchik geleend (en nooit teruggegeven.) Hoe kon jij die mij zoveel geloof gaf toch zoveel twijfelen? Hoe kon jij die mij zoveel geloof gaf zo vaak vragen waarom ik toch niets geloofde? Is De Naam dan niets? Je vragen deden me soms pijn. Omdat ik zonder jou, maar ook zonder jouw verdriet, jouw angst, jouw strijd en jouw enthousiasme, jouw werk voor het CIZ, jouw tranen en jouw liefde nooit een boek gelezen zou hebben. Jij jijzelf en niemand anders bracht mij daarmee in contact. Vraag me daarom niet, en niemand, waarom ik niets geloof. Mijn hart heeft zich lang geleden bekeerd. Vraag me daarom niet, en niemand, waarom ik nooit naar een gebedshuis ga. Omdat mijn geloofsgenoten graag met hun eigen familie bidden en leren. Ik heb dat ten diepste onderzocht, gerespecteerd. Ik heb me daarbij neergelegd. Het is goed. Ik ben al familie van Jou, mijn liefste mijn enige liefde. Mijn enige Familie. Val mij niet tegen, dat ik Jou zou verlaten, om van achter Jou weder te keren; want waar Jij zult heengaan, zal ik ook heengaan, – maar nu niet en niet op jouw manier – en waar Jij zult vernachten, zal ik vernachten; Jouw volk is mijn volk, en Jouw God mijn God. Vraag me nu niet meer. Vraag me nu nooit meer. Waarom. Doe mijn geloof geen onrecht door De Naam te ontkennen. Vraag me nu nooit, nooit meer. Maak mijn verdriet niet groter. Accepteer mij, zoals mijn andere familie mij ook accepteert.

2 uur 20

11 Okt 2003 06:54:

Jij stierf

toen Eddy een moment

alleen met jou vroeg

en zei

het is goed

je kunt gaan


geen woorden

11 Okt 2003 10:28:
In het avondgesprek kwam nu de hoogleraar in plaats van Stan en haar verhaal was heel anders. Geen verpleegafdeling, een beeld dat mij geschokt had. Geen woorden als "aan toe zijn." Geen woorden als "wat uw wensen zijn." Geen woorden als "wachten op een infectie." Geen herhaling van woorden als "reanimatie" en "therapie." Ze legde gewoon uit dat de verantwoordelijkheid bij het ziekenhuis lag. Dat het ziekenhuis besloten had de behandeling te staken. Dat dat inhield dat je niet zou stikken, in je eigen sputum, kaak of tong. Dat je niet zou sterven van dorst of honger. Dat jij samen met de apparatuur naast je bed het zuurstof in je bloed net hoog genoeg kon houden om in leven te blijven. Dat loskoppelen van die apparatuur het zuurstof in je bloed heel langzaam zou verlagen. Dat de komst van jouw dood een kwestie van dertig minuten kon zijn, maar ook van dagen, omdat je zo'n jonge sterke vrouw bent. Het leek Eddy niet verstandig dat de kinderen daarbij zouden zijn. We hebben met haar, met de drie vrouwen, lang gepraat over de kinderen, met enorme pijn en enorm verdriet. Over begeleiding, zorg.

Rond middernacht zijn de meeste van je infusen losgekoppeld. Je kreeg een klein beetje morfine en een klein beetje dormicum, zoveel als waarmee elk ander mens op de Intensive Care prima kon ademen. Met andere woorden. We hebben jou niet vergiftigd. De verpleegster met de rode krullen die ook de eerste nacht bij je was, ze was ontzettend lief en zorgzaam, heeft elke zoveel minuten, kwartier? het slijm van je beginnende longonsteking afgezogen. We wilden niet dat je stikte, verdronk. Jij ademde zo krachtig. Hoesten kon je niet, maar onze handen voelden het vocht in je bronchieën. Onze oren hoorden het vocht in het buisje in je keel, dat voorkwam dat je stikte in je kaak of tong.

Gijsbert was daar, met Gijs junior junior. Hij heeft jouw gezicht. Ik was zo blij jouw vertrouwde gezicht in hem te zien. Agaat was daar. En Tony. Eddy natuurlijk en Edwin en ik. Vergeet ik iemand, ik heb telkens het gevoel dat ik iemand vergeet. In gedachten waren daar natuurlijk Mama, Papa en Jenneke. Jij, Petra, jij was zo sterk. Zo dapper. Het zuurstof in je bloed daalde, maar jij wist de curve op eigen kracht flink te laten terugkeren. Wij hielden je vast. Ik had mijn beide handen op je haren, op je voorhoofd. Jij luisterde naar onze gebeden. Ieder in zijn eigen woorden. Compleet verschillende woorden, in alle respect. Ik heb Tov L'hodot gezegd. Nadat ik kort heb uitgelegd dat jij die als kind helemaal uit je hoofd hebt geleerd. Ook Mama zal dat zich nog herinneren.

Die tekst, jouw tekst die jij zo liefhad, jouw kindergezicht straalde als jij dat uitsprak, dat cedertje, en die trotse oude palm, geplant in het huis des Heeren, die tekst ging over de rust, de rustdag en over de eeuwige rust. Tenslotte is Tov L'hodot er zeker van: alle werkers van ongerechtigheid zullen voor immer verdelgd worden. Na het uitspreken van dat vers kon ik niet meer spreken. Jij mag die taak overlaten aan De Naam. Die zal hen tot de welverdiende straf trekken en hun vergelden al het kwaad, dat zij jou gedaan hebben.

Daarna hebben wij heel lang gezwegen. Onze handen op jouw lichaam. Jij vocht.

Het moment brak aan dat wij de stilte verbroken over jouw grote verdriet. Wij bespraken de data, de jaartallen, jouw leeftijd, jij was zo'n klein meisje nog. Jouw allereerste zelfmoordpogingen, toen je veertien jaar was. Wij bespraken de situatie in de hulpverlening en psychiatrie. Van die dagen. Alles lag aan de ouders en aan de omgeving. Als je iemand maar uit zijn omgeving haalde, dan kwam alles goed. Nu weten wij dat dat voor jou juist fataal geweest is. Die eerste poging was juist omdat jij uit je omgeving gehaald was, omdat buiten je omgeving misbruikt was. Iemand maakte dubbel misbruik van dat gedachtegoed, van zijn positie, en zo, van jou. Jij was pas veertien jaar. Ik kon niet zwijgen over de kinderen waaraan ik later zelf les gaf. "Juhuf.. Ik heb Joop! van mijn moeder." Ik zie dat meisje nog staan met die kinderblik-maar-zo-blij. "Joop? Joop?" "Joop! Parfum! Ruik maar!" 'Oooh, Joop! Nou lekkere geur dat is lief van je moeder.' "Nou ... (draai) maar ze weet het niet juf." Het zijn en blijven kinderen. In de kleren en schoenen van hun ouders. Hoe ze ook imiteren. Het staat er als het ware met Neonletters boven "Dit is een kind." Ik begreep toen, op dat moment, in dat kleine gesprek met dat meisje, – zij was zelfs al vijftien, een jaar ouder dan jij was, – hoe diep er misbruik van je gemaakt is. Er staat zes jaar gevangenisstraf op dit vergrijp. Daarover vertelde ik. Jij had het misschien wel langdradig gevonden. Maar Eddy zei later dat dat de dingen waren waarmee jij bezig was geweest. We noemden en benoemden jouw vreselijke verdriet. Verwerking kon jij niet vinden, terwijl jij vocht, vocht en vocht, We bespraken jouw immense kracht. Jouw onverschrokkenheid. Jouw tomeloze gebrek aan angst, nee, jouw kracht om je daarover heen te zetten en te gaan, te zoeken naar gerechtigheid, Spreek met mij, jij werker van ongerechtigheid, jij kinderverkrachter. Jijwas bereid de kop van een pitbull eraf te trekken als die op jou losgelaten was, om jouw spreken, jouw zoektocht naar gerechtigheid te pogen te stuiten. Jij was voor niets en niemand bang.

Toen, om kwart over twee 's nachts, vroeg Eddy ons om een moment samen alleen met jou. Hij fluisterde. Hij fluisterde. Wij waren nog geen vijf minuten weg, in de waan dat wij jou levend zouden terugzien. De klompen van de verpleegster met de rode krullen stormden de gang op. Wij renden met haar mee terug. Jij was gestorven.

2 uur 22

12 Okt 2003 02:23:
precies 24 uur geleden
wees ik Edwin
het groenverlichte cijfer
klokje van de magnetron


ongelukkige ouders

12 Okt 2003 04:57:
het zou jouw eigen kind maar zijn
daar zo liggend
zo'n lot


van Jaco, onze neef

[geschreven] 11 Okt 2003 09:33:

[..]

Petra hoorde nog niet te gaan.. Zij was nog niet aan de beurt. Ze is van onze generatie. Mijn gedachte gaan uit naar Eddy. Alleen verder te moeten.. En naar hun kinderen. "Een trauma voor de komende 80 jaar".
Ik denk aan, en bid voor jou en oom Piet en de rest van jullie familie.

Petra.. ze stierf 18 jaar en 3 uur later dan mijn vader ('s avonds laat 10 oktober 1985). Beide te vroeg.

Sterkte en Gods zegen,
Jaco

our cousin

van Els, ons nichtje

[geschreven] 12 Okt 2003 02:33:
Ik kan niet slapen en denk aan jou, Petra, en alle gemiste kansen.

Lieve Petra, die ik een aantal jaren geleden weer sprak op een verjaardag van je vader.
Vol bewondering zag ik haar. Zo'n lieve, mooie vrouw.
Hartelijk en warm vroeg ze me heel bezorgd of ik geen anorexia had. Dat had ik niet. Alleen veel gedoe gehad, en daarom best wel afgevallen.
Wat vond ik dat lief van haar!
We hadden een hele gezellige middag en ik had graag haar adres gevraagd.
Alleen durfde ik dat niet niet goed.
In de veronderstelling dat alles bij het oude zou blijven, en het contact vanzelf wel weer zou komen, ben ik naar huis gegaan.

Kon ik de tijd maar weer even terugdraaien!

Liefs,
Els


van Terrence

[geschreven] 12 Okt 2003 04:13:
Ik weet't niet meer.
Kan zelfs geen aanhef bedenken.
[..]

Heb eerder op de dag afgesproken in november een vriendin van me op te zoeken die een paar jaar terug besloten had dat het genoeg was geweest en op wie ik indertijd verliefd was maar het was een verboden liefde. Want zij was punk én lesbisch.
Op hetzelfde kerkhof ligt ook m'n lagere school-liefje. Soortgelijk verhaal maar dan wat klassieker: Zij was het populairste meisje van de school en speelde Maria in het Kerst-stuk. Ik was de achterkant van de ezel...;-)

[..]
Ik weet en besef dat niets van wat ik kan doen jullie leed kan verzachten
maar mocht je iets te binnen schieten...

Kus en liefs,
Terrence

Terrebel's blog

dank voor de post

12 Okt 2003 07:50:
Lieve allemaal, ook namens Papa dank ik jullie allemaal voor de post. Ik heb zeker veertig emails gekregen, van vrienden en familie, recent, lang geleden of nooit ontmoet. Ieders eigen woorden raken me diep, hoe veel of weinig, origineel, of volgens jullie zelf, "clichee" ook. Zonder toestemming heb ik de brieven van Els, Jaco en Terrence die ik net ontving hier geplaatst

Die keuze was trouwens volkomen willekeurig. Ik ben erg moe en kan niet slapen. Maar ik vertrouw erop dat jullie me laten weten als ik je woorden ten onrechte hier voorgelezen heb.


Leora doet haar mamma na

12 Okt 2003 18:53:
`v b0m , ,mnnnnnnnnn //.mhfx y jj

... betrapte ik Leora op mijn stoel achter de pumpjoetah :-)

meer tijd voor Leora dus

12 Okt 2003 19:14:
Leora wil zelf eten ..
Fotootje Leora met vorkje

.. maar wel lekker lang ontspannen eten.. zij aan het nieuws, Leora nog met een stukje vlees
Fotootje Leora kijkt tv

.. en dan tekeningen uitknippen, op de kaft plakken, en daar weer overheen kleuren..
fotootje tentje



Eddy

13 Okt 2003 00:04:
Eddy heeft alle steun en begrip nodig. Eddy heeft verdriet in viervoud en taken in vijfvoud - voorzover verdriet al kwantificeerbaar zou zijn. Als ik aan mijn arm getrokken wordt door één kindje met een voorleesboek, trekken er drie jonge kinderen aan Eddy's armen. Als ik niets anders kan doen, omdat één kindje met gekke-bekke-springen duidelijk maakt dat "tippe type" maar eens afgelopen moet zijn, kan Edwin nog goed gekke-bekken-trekken. Mijn partner kan ondanks strakke deadlines vrijkrijgen van zijn opdrachtgever, om taken te helpen dragen. Eddy draagt zijn partner ten grave.


Foto Petra


Niet dat ik ieder-die-geen-Eddy-heet's verdriet om jou zou willen bagatelliseren, integendeel .. Eddy's verdriet is zo nog meer voorstelbaar ..


woordsprong

13 Okt 2003 01:56:
"Peetwa" wees Leora vanochtend naar je foto. Wanneer we langs de lijstjes in de gang komen, oefenen we altijd namen. Niet van alle 39 foto's, maar van Taa, Tah, Da, Buh, Ta Ma, Taa, Ma en Pa.

"Peetwa," dat is een woordsprong vergeleken bij "Taa, Tah" (Petra, Jonathan) "Da" (David) en "Buh" (Esther) van de laatste maanden. Zoals Leora vrijdag ineens "luiwe" tegen haar Oma zei bij de schone luier, was dit weer een woordsprong. Zoals Beertje Pietje ineens Bitta Pitta heet, pop Brigitje nu Bizzzta en vanavond de computer Pumpjoetah.

Tot nu toe heb je elke woordsprong gevolgd. In brieven en kaarten met plakplaatjes, barbies en beertjes, ontvouwden zich Leora's belevenissen. Van de Poewah, de Happa (eten, mamma) tot de Pappa, de Mampapa en pas na de Tippeslif: het Mamma-woordje. En natuurlijk in elke brief de "Buh" (foto's van Esther die je stuurde, met kaarten met plakplaatjes, barbies en beertjes) en de Bill'h-buh (luierloze baby op buur-balkon.)

Kladversies van elke brief, in een halfleeg schrijfblok, hebben ineens een andere betekenis gekregen. Vellen bedoeld aan vervanging toe te raken, blijven nu leeg. Een kaart half af. Een doosje met uitgeknipte knuffels en poppetjes.

Wat oh wat heeft jou bewogen.


justitie

Voor de officier van justitie is het nog geen uitgemaakte zaak. Jouw dood geldt nu als een niet natuurlijke dood met twijfel over de doodsoorzaak.

Schrik hiervan niet, lieve familie en vrienden. Ik heb jullie deze schok nog even willen besparen. Jullie hebben inmiddels zelf ook gevraagd. Waarom was er geen afscheidsbrief? Waarom koos een arts zo'n methode? Een arts kan alle medicijnen bij elkaar krijgen die nodig zijn voor een vredig sterven, èn kent de risico's. Hier kies je niet voor.

Iemand als Petra zou gezorgd hebben dat haar kinderen geen enkele kans gehad hadden, er ook maar iets van waar te nemen. Zei ook de arts.

Bovendien werd Petra bedreigd. Vanuit verschillende hoeken. Ze deinsde bijvoorbeeld niet terug aangifte te doen van kindermishandeling wanneer daar tegenover stond dat de vermoedelijke dader versprak haar te vermoorden zodra zij dit deed. Eddy heeft deze brieven overgedragen. Petra heeft me van verschillende patienten verteld, details lijken me onverstandig, waar je niet te maken wilt hebben. In het ziekenhuis, vier uur na haar dood, hebben we met politie gesproken.


verlaten

Natuurlijk willen nabestaanden niets liever dan dat hun geliefde hen is ontnomen. Liever dan dat hun geliefde hen heeft verlaten. 'Vrijwillig.'

Nabestaanden willen dat dit een fout was, een misrekening, een "Dit overleef ik wel, maar dan weten ze tenminste dat." Maar daar was jij te intelligent voor, te medisch geschoold. Zo'n misrekening had je niet gemaakt, zo'n risico niet genomen. Had je je hele leven met mij door het park willen wandelen, van top tot teen in een rolstoel, met je tong uit je mond en je handen van elke motoriek verlaten, werkeloos op mijn breiwerk? Jij niet. Ik ben er nog niet uit. Zo was jij niet. Zo had jij niet willen leven. Het verdriet in elke vezel van je lichaam, het niet meer kunnen bevechten. Ik had toch niet met jouw lichaam als machteloos monument van wie je eens was, door de parken mogen willen zeulen? Toch wenste ik het. Zoals wij vroeger als kinderen geloofden dat de ongelukkige dochter van de juwelier toch alles verstond, alleen maar niet kon praten en bewegen.


hypofyse-ziekte

Nabestaanden willen een aanwijsbare schuldige. De medische stand bijvoorbeeld. Jij had een hypofyse-ziekte.

Bij tijden was je ene pupil star, was je gedeeltelijk blind, raakte je sterk opgezwollen door vochtvasthouden of de prednison. Had je pijn in je botten en zag je het hele leven niet meer zitten van vermoeidheid. Droeg je de hele dag de suèden jas - waarin je ook gevonden werd - omdat je het zo koud had. Kreeg je epileptische aanvallen.

Toch schoot het niet op met de behandeling. Uit testen en aarzelen leek die voornamelijk te bestaan. Eenmaal in de drie maanden al je medicijnen staken en kijken of je hypofyse weer op gang gekomen was. Zo'n testperiode, zonder medicijnen, betekende een onvermijdelijke crisis.

Je testperiode was afgelopen weken weer ingegaan.

Twee maanden geleden vertelde je me dat je de indruk had dat je arts zo graag obductie op je zou willen doen. Ik schrok, en drukte je op het hart een andere arts te zoeken. Een arts hoort je te behandelen als mens, zei ik, niet als ziektebeeld dat een leuk wetenschappelijk artikel kan opleveren. Titel: "Hypofyseziekte verward met psychiatrisch ziektebeeld." Ik hoopte dat je een andere arts zou zoeken, en .. zou er ook begrip voor hebben gehad als je in je wanhoop cynisch was geworden en zo, overdreef. Dat die arts best wist wat ze deed. Het beste met je voor had.

Afgelopen vrijdag, twaalf uur voor je stierf, had je die afspraak met de second opinion arts. Vrijdagavond vóór je stierf kon ik weinig doen dan de hoogleraar van het AMC vragen je behandelend arts (die eerste, ander ziekenhuis) geen obductie-toestemming te geven.

Natuurlijk moeten artsen hiervan leren. Jouw dood was voor niets. Laten ze er dan tenminste van leren.

Maar als jij ook maar één moment gelijk had dat deze arts jouw hersenen graag op de snijtafel had, dan gunde ik haar dat "genoegen" niet.

Dat jij niet adequaat behandeld bent, dat is ons duidelijk. Daar hebben we geen obductie voor nodig. We hebben genoeg labuitslagen die bevestigen dat jouw hypofyse slecht werkte.

Je zaak voorbrengen is zinloos. Er was toch een behandeling? Dat die niet werkte kon natuurlijk niemand weten. Hypofyseziekten zijn zeldzaam. Blah blah blah.

Van een impotent orgaan als het Tuchtcollege valt niets te verwachten.

Brief van Petra zelf, over haar hypofyse-ziekte

rouwkaart

13 Okt 2003 14:14:
Sinds vanochtend staat er naast jouw kaarten en de foto's van Esther die je stuurde, een rouwkaart, van Etzel en Caroline. Met wie we als kind hutten bouwden, in de tuin in een tentje sliepen. Detectiveje speelden in het bos. Wij twaalfjarigen waren 'de dief' die de briefjes verstopte, dat hebben jullie tienjarigen die 'bandensporen analyseerden' later vast begrepen.

Jij was hier niet voor voorbestemd.


vierkant wiel

13 Okt 2003 17:37:
Als er geen schuldigen zijn aan te wijzen, alleen 'helpers': hypofyse-crisis, bedreigingen, molest, een energie-verslindende rechtzaak tegen een kinderverkrachter. Kan ik dan stellen, die combinatie was fataal?

Het wringt mij.

Op mijn netvlies zie ik de hele dag je vechtende lichaam, de littekens, de striemen.

Je gestorven engelengezicht.

Welk mechanisme kon jou zo opjagen dat je deze vleugelloze noodsprong maakte?

Toen ik gisteren in je huis was, bespeurde ik je zelfkritiek.

Jij kende die als geen ander. Zelfkritiek en zelfanalyse. Achter al je goede daden, wist jij wel een foute motivatie te verzinnen. Regelmatig stond ik versteld. Sprak ik je tegen. Werd je woedend. Jij wist het beter, vond je, want jij was jezelf.

Was jij jezelf? Was dat jijzelf?

Ik hoor je weer boos worden.

Woest, woedend, nog even en je smijt de hoorn weer op de haak. Nog even en die fles vliegt naar mijn hoofd. Nog even en je roept gilt schreeuwt dat je me vermoordt. In je boosheid kon je de meest geweldige en geweldadige teksten verzinnen. Bottom line. Jouw zelfkritiek proberen te ontkrachten is verboden. Jouw zelfanalyses tegenspreken is verboden.

Wat moest ik dan, iets gaan beämen waarmee ik het oneens ben?

Als ik je tegensprak zei je al: je houdt niet van me. Heb je je ooit afgevraagd wat je gezegd zou hebben als ik jouw zelfkritiek gedeeld zou hebben?

"Van binnen," zei je dan, "voel ik me compleet verrot. En alles wat ik doe, doe ik alleen maar om van buiten niet verrot te zijn." Dan antwoordde ik dat het mijn hart brak dat jij je zo voelde. En zei ik dat het gevoel onmogelijk waar kon zijn.

Kijk maar naar de feiten Petra. Een jonge arts die op de WC, waar niemand het ziet, zit te huilen om een uterus ruptuur en een gestorven kindje, die doet dat niet om van buiten niet verrot te lijken. Die doet dat, omdat zij een mens is wiens hart geraakt wordt door het leed van anderen. Iemand die van binnen verrot zou zijn, kent dat niet. Soms luisterde je. Soms hoorde je het aan.

Ik vertelde je, dat ik zelf ook wel eens aan zelfkritiek leed, en probeerde uit te leggen dat ik het beschouwde als iets waartegen ik moest vechten. Dat ik het wilde beschouwen als gedachten die voortkomen uit een latente depressie. Dat zelfanalyses ergens hun functie verliezen. Een tegenovergestelde uitwerking hebben. Dat je op een gegeven moment moet zeggen: dat heb ik goed gedaan. Of, daar heb ik een fout gemaakt, maar dat was niet mijn intentie. Dan noemde je me een verwaand sterretje aan het cyberfirmament.

En ik moest het ook niet wagen daarom te glimlachen. Dat maakte alles alleen maar erger. Kon het erger.

Toen ik gisteren in je huis was, bespeurde ik je zelfkritiek.

Ik zag ook dat jij dat vierkante wiel niet uitvond.

Wie in onze families vecht er niet mee?

Zelfs in het verdriet is die terug te horen: "We vragen ons allemaal af wat we anders hadden moeten doen hoor," dat soort schouderklopjes.

Zelfdestructie als ultieme boetedoening.


Ik neem niemand iets kwalijk.

Gebedje Petra

Het gebedje dat Petra Papa stuurde, enige tijd geleden

advertentie

14 Okt 2003 00:02:
Kwaad ben ik niet snel op personen. Kwaadheid richt ik als het even kan graag alleen op andere objecten. Het Object Van Vandaag is de lokale krant van Amsterdam, Het Parool. Net heb ik 11 Parool-webpagina's van onder tot boven gelezen. Als straks de uitvaart-datum bekend is, dan wil ik probleemloos een advertentie kunnen plaatsen. Het Parool heeft el-len-lange pagina's met informatie. Alles over aantrekkelijk adverteren, personeelsadvertenties, contactadvertenties, huizen, aanlever-formaten, prijzen. Niets over het plaatsen van een rouwadvertentie.

Gebruik ik de interne zoekmachine van de Paroolsite, dan krijg ik maar liefst twee hits : dat het kabinet Prins Claus herdenkt en dat West-Jeruzalem wil dat De Messias komt, En Wel Nu. Ja, dàt willen we allemaal wel! En Hoe Plaats ik Nu Een Advertentie?

Na nòg langer zoeken, scrollen en lezen vindt Edwin ergens een kolommetje "Familieberichten." Mja, zo'n gekke naam voor 'rouwadvertentie' vindt een interne zoekmachine natuurlijk niet. En rouwadvertenties verschijnen ook zelden, zeer zelden, dus, nooit zoekt iemand zich een breuk op die site.

Tenslotte ontdekken we dat dat kolommetje niets anders meldt dan de prijs. Ja, dààr was ik naar op zoek zeg! Ik wil weten hoe ik een rouwadvertentie aanlever. Doorbellen? Faxen? Zo ja, nee, hoe voorkomen we spelfouten? Wie maakt het op, en hoe? Zijn daar keuzes in? Kortom: ik weet nog steeds niets.

Ik ben Het Parool ..eh.. dankbaar dat ik even lekker ergens tegen mocht schoppen ;-) Dat lucht op. Even.
Schoolvoorbeeld van disfunctionaliteit en gebrekkige zoek-trefwoorden

censuur

14 Okt 2003 13:58:
Waarom mocht Petra openlijk over alles spreken met mijn vrienden, met Maarten, met Daniel, met Naftalie, met Jeroen, en ieder die ik niet noem, in haar eentje langsgaand bij de ouders van mijn ex, maar moest ze verder zwijgen?

Waarom mocht ze een civiele zaak aanspannen, de stukken daarmee publiek maken, en moest ze verder zwijgen?

Een ieder die mij vraagt om te zwijgen, kan rekenen op nog meer onthullingen.

Dozen vol dagboeken en brieven. Is dat wat jullie vragen?

Ik heb daar een antwoord op.

GFY.

censuur [2]

14 Okt 2003 22:51:
Lieve P.G. en aanverwante familieleden, dat slaat natuurlijk alleen op de kleine groep mensen die mij heeft gevraagd, pardon: heeft opgedragen, deze web-pagina te wissen van hier tot hier.

Mensen die alleen klaar kanaans kennen “ Jobs antwoord op Job 11:3, in Job 13:18-19 'Zie toch, ik zet de rechtszaak uiteen, ... Wie is hij, die met mij twist? Wanneer ik nu zweeg, ...' ”

En dan nòg niet begrijpen. Sensorische handicaps zijn hardnekkig. Het Grote Pimmen is begonnen.

rouwkaart

15 Okt 2003 01:04:
De rouwkaart maakt mij sprakeloos. Treffende teksten. Zo eerlijk opgesteld. Mijn zusje ten voeten uit. Haar liefde, leven, dood en doodsstrijd geëerd, recht gedaan.

Rouwkaart en uitnodiging, wanneer u, 5 lezers van deze weblog, (ja zeg, dit is De Telegraaf niet, dacht u nu echt dat heel Nederland, Vlaanderen en Zuidelijk Afrika dit leest) hem niet ontvangt, wil ik u van harte uitnodigen

kelder

15 Okt 2003 01:31:
Knorr sauzen voor vlees en vis.
15 december" [..]" 7 januari " [..]"
Salmaso. Manwood. Bruin. 3/4 laarsje. Mt 36.
23 februari. " [..]" 14 mei " [..]" Enzovoort.
Vraag me niet naar de betekenis van die data.



Rouwkaart en uitnodiging

rouwadvertentie

15 Okt 2003 12:44:
De rouwadvertentie is onderweg naar Het Parool. Nu het schijnbaar onmogelijke ondanks de informatie op de Parool-site tòch nog gelukt is, moet West-Jeruzalem zijn Messias ook wel krijgen.

P.S. als ik iemand ten onrechte niet genoemd heb in, dan spijt dat me vreselijk, het was zo kort dag om iedereen te bereiken.
De rouwadvertentie

zwijgen

15 Okt 2003 16:58:
[datum bekend]

Jarenlang heeft zij gewacht
haar gang vertraagd
geen recht kunnen bekennen
nu zij gehuld in zilverdraad
en ademloos
geen teken van een
toekomst ziet
zwijg jij haar weg
jij
verdraagt
enkel uitersten


I.M. Petra, op mijn vaders site, met Petra's gebedje, tekening, glasinloodraam

deur

15 Okt 2003 21:18:
Net heb ik een burenruzie gesust. Het relativeringsvermogen dat je overvalt op een dag als deze, heeft bijna iets bizars. Buurtkinderen hadden onze voordeur en die van onze buren aan elkaar gebonden met een fiets-remkabel, zo, dat beide deuren onmogelijk open konden. Wij kwamen na donker thuis en hoorden geklop achter de deur van de buren. Ik zag dat de deurknoppen zo strak aan elkaar gebonden waren, dat alleen na een tijdje ingespannen ontknopen de kabel loskwam. Je kunt je afvragen wat er gebeurd zou zijn bij brand. Een geluk bij een ongeluk: wij kwamen pas na deze "grap" thuis. Begrijpelijk: onze buurvrouw en de vader van een vermeend dadertje kregen ruzie. Die liep zo hoog op, dat mijn zintuigen hun stemgeluid niet konden verdragen.

Nu hebben wij een alleraardigste buurvrouw, en deze vader bleek een geschikte kerel bij wie je zo zou kunnen aanbellen als er weer eens buurtsores zijn. Gelukkig was henzelf dat ook vrij snel duidelijk.

kelder [2]

16 Okt 2003 17:38:
Waar ik mee bezig was, waarin ik werd lastiggevallen [ik censureer mezelf hier even, want ik zou op dit moment met groot genoegen de gemeenste dingen zeggen over mensen die ik tien jaar als vrienden beschouwde] was met een doos met teksten. Anåbøda. Ik had graag iets online gezet dat Petra recht doet. Dat schijnt allemaal uren te moeten duren door onderbrekingen.

Foto gedichtje van Petra


Tijd voor begeleidende tekst is er dus niet meer. Zo spreekt het voor zich.
Gedichtje dat Petra schreef op 18 augustus 1980, en dat ik overschreef uit de prullenbak.

perceptie

16 Okt 2003 12:52:
Sommige mensen leven in hun eigen wereld. Hun perceptie is dianegatief gekleurd in het gedachtegoed waaraan zij zich vastklampen.

Foto Dianegatief origineel: © Schleplog


Dat kan geloof zijn, maar dat hoeft niet.
Wanneer je onder orthodoxen opgevoed bent, schuilen schizotypen ongemerkt in de krochten van je kennissenkring.

Mijn twaalf jaar oude adresboek met twintig jaar oude namen, is aan vervanging toe. Wanneer alle kaarten geschreven zijn, en alle bloemen gestrooid, koop ik een nieuw adresboek. Alle psychiatrisch patienten zonder pardon de prullenbak in. De enige uitzondering maak ik nog voor cluster 3 ;-) Bij dat idee heb ik vandaag alvast luidkeels lopen zingen. In rouw ontdek je wie je terecht en wie je ontrecht tot vrienden hebt beschouwd.
Zulke vrienden hoeven natuurlijk niet naar zo'n begrafenis te komen.

dankbaar

17 Okt 2003 15:27:
Ik ben de familie (id est het deel met wie ik geen achternaam deel) dankbaar voor de gewelddadige illustratie van het totalitaire systeem dat deze familie beheerst. De blauwe plekken staan op mijn armen.

Deze nagel aan de doodskist van mijn ouders echter, tegen wie ik geen woord van troost heb mogen uitspreken, zal ik hen niet licht vergeven.

Voor de lezer van de weblog die er niet bij was, -of misschien wel maar onopgemerkt in de menigte- zal ik het zometeen uitgebreider uitleggen. U heeft zich vast afgevraagd: wat is hier in hemelsnaam gaande???
Mijn deels uitgesproken toespraak

de nagel en de vinger

17 Okt 2003 23:07:
Gisteren ontving ik van Eddy, mijn zwager, de man van Petra, een hartelijke e-mail. Eddy schreef: "Er is tijdens de dienst gelegenheid om iets te zeggen. Bij het graf is ook een microfoon aanwezig, maar deze is alleen voor de dominee bedoeld." Ter verificatie, de ID: Message-ID: <000001c3936c$eeea7640$18caccd5@familiei3h73d2> Date: Thu, 16 Oct 2003 00:37:28 +0200

Zo zocht ik gisteren in de kelder naar een gedichtje. Ik besefte me dat de tekst weloverwogen moest zijn. Zo'n groot verlies, zoveel verdriet. Tot laat in de avond twijfelde ik zelfs of ik in staat zou zijn tot een toespraak. Tot Eddy's e-mail, had ik me laten sturen door de gedachte dat toespraken ongewenst waren. En mijn angst door blind verdriet geen zinnig woord te kunnen uitspreken.

De gedachte dat Petra begraven zou worden zonder mijn moeite om persoonlijke woorden te spreken, zat me niet lekker. Ik moest me niet laten leiden door de angst, dat ik door mijn tranen niet uit mijn woorden zou kunnen komen, zei ik tegen mezelf. Ik legde dagboeken opengeslagen op mijn bureau. Zo schreef en herschreef ik een toespraak. Vroeg Edwin om advies, waren misinterpretaties uitgesloten?

's Ochtends stond ik vroeg op, herlas de toespraak, en printte hem 4 maal. Ging er vanuit dat wellicht iemand hem vooraf wilde keuren, en wellicht iemand hem achteraf wilde nalezen.

Bij de kerk werden we van deur naar deur gestuurd, de kerkdeur uitgestuurd, om als familie gezamelijk de kerk binnen te wandelen. Edwin, Leora en ik kwamen hierdoor op de tweede rij stoelen te zitten. Wat me bevreemdde, als enige biologische zus van Petra en als degene die met Eddy in de Ziekenhuisgesprekken over de life-support-apparatuur, de naaste familie had vertegenwoordigd. Nugoed. Dat kan gebeuren. Deze familie is groot.

Vanuit die tweede rij stond ik op en vroeg de voorganger op welk moment ik enkele woorden kon spreken. De voorganger antwoordde me dat daartoe geen gelegenheid zou zijn. Hij moest zich vergissen meende ik, door de mij toegewezen zitplaats in de tweede rij bijvoorbeeld. Hij had wellicht het idee dat ik zomaar een vriendin van Petra was. Ik vertelde hem dat ik de zus van Petra ben, en vertelde van Eddy's e-mail. Hij antwoordde opnieuw dat er geen gelegenheid tot spreken zou zijn.

De Dienst begon. Yit-ga-dal v'yit-ka-dash sh'mei ra-ba, herhaalden mijn gedachten. In schriftlezing, gebed en een korte toespraak probeerde de voorganger een beeld te schetsen van Petra. Naïef. Zo Meisjesachtig. Zo gedreven zich in te zetten voor het Goede en Rechtvaardige. Ik zal het niet tegenspreken. Tijd ontbrak waarschijnlijk om te schetsen dat Petra elegant was, een verfijnde smaak had, scherpzinnig was, compromisloos als het er op aankwam, met een onuitputtelijke kracht om situaties te sturen. Ze had een indrukwekkende uitstraling, je zou haar zelfs gerust femme fatale genoemd kunnen hebben, iets wat ze had, en waar ze niet naar streefde. Ze kon verpletterend spreken en verpletterend zwijgen. Natuurlijk kun je het naïef noemen om op te bellen over een predikant die het water-lopen van Jezus wat lichtzinnig opvat. De achterliggende vraag, 'voel ik me wel thuis bij deze mensen?' was minder naïef. Dialoog, these en antithese was Petra's manier om antwoorden te vinden. Petra was dan ook dapper genoeg om weg te gaan. De tijd die men in de Dienst besteedde aan de schets wie Petra was, was eenvoudigweg veel te kort om een beeld met enig reliëf neer te zetten. Dat nam ik de voorganger niet kwalijk: ik verwachtte dat er nog anderen zouden spreken, zoals Eddy geschreven had. Eddy misschien, Louise, Agaat of mijn moeder. Mijn vader had vooraf aangegeven niet te kunnen spreken.

In de papieren Liturgie naderde het moment waar stond: Orgelspel. U wordt verzocht te gaan staan wanneer Petra de kerk wordt uitgedragen. Was ik dan de enige die een toespraak had geschreven? Ik stond op en liep naar voren, vroeg de voorganger om mijn kleine toespraak te mogen houden. Deze overlegde even met Eddy en knikte.

Ik concentreerde me op de woorden op mijn papier en de tranen in mijn keel, en bedacht me dat niemand erbij gebaat zou zijn als ik daar hartverscheurend zou gaan staan huilen. Hield de beelden van Petra voor ogen. De beelden van het verdriet van mijn beide ouders. Louise, Eddy's zusje begon te huilen om het gedichtje "Peetje." Liefdevolle herkenning leek ze te vinden in die woorden. Dat ontroerde me en ik concentreerde me dieper op mijn papier. Ik zag Eddy in mijn ooghoek opstaan, hij kon een zakdoek gezocht hebben, ik concentreerde me op de woorden en noemde psalm 92 die Petra uit haar hoofd kende -dit kon geen vloeken in de kerk zijn, toch? De voorganger kwam naar me toe en vroeg .....of ik mijn toespraak wilde stoppen, ik wees hem, doorsprekend, hoeveel regels ik nog uit te spreken had: 16 regels, halve zinnen meegeteld, moet hij hebben kunnen zien. En ik sprak mijn tekst.

Die was immers weloverwogen opgesteld: hij bevatte verwijzingen voor mijn ouders, om hen te troosten in het onvermijdelijke maar onterechte schuldgevoel. Zij hadden zich ingezet, een detective ingehuurd, gehandeld naar de inzichten van de 'jeugdhulpverlening' van die tijd. Dat die nu achterhaald zijn is niet hun schuld. Hij bevatte verwijzingen voor die ene persoon die ik aanzie in staat te zijn Petra's leven te wreken, om de wraak toch maar vooral aan de Allerhoogste over te laten. Deze persoon verstaat die woorden. Hij bevatte een verwijzing naar Petra's eigen woorden, en de belofte, hoe wij ook als beperkte fools, ons willen inzetten voor Eddy, Jonathan, David en Esther. Met wie ik de avond ervoor tekeningen had gemaakt, bij de condoleance-dienst. Die ik omhelsd heb en achterna-gerend ben. Van wie Edwin de vraag heeft beantwoord "Waar is mijn Mama?" Met wie ik sprak over zijn Dode Vis. De Vis met Vleugels. Sprak over de omgevallen bloemen, de zaadjes en de mieren. Die Ene Ster. Een paar minuten, en mijn woorden waren uitgesproken geweest. In plaats daarvan, hebben Jonathan en David, voor wie ik Petra keer op keer beloofde te zorgen, mogen zien, hoe ik sprekend over hun moeder weggevoerd werd.

In plaats daarvan, begonnen de twee jongste broers van mijn moeder ..aan mijn armen te trekken. Verbijsterd probeerde ik houvast te vinden in mijn woorden. Deze jongste nakomelingen van de grote kerkscheurders had ik niet in staat geacht tot letterlijk geweld in de kerk. Beide broers sleepten me aan mijn armen opzij. "Cees!" riep ik naar mijn geliefde oom die dominee is, "Neem jij mijn woorden over!" Iemand pakte mijn velletje papier af. "Dit is de zwijgplicht," zei ik tegen de predikant die erbij stond en toekeek, "waaraan Petra kapot gegaan is." Vlakbij de podiumdeur wist ik over iemand's schouder heen te kijken, de zaal in: "Dit is ...onze familie." zei ik.

Nu heb ik pijn in mijn bovenarmen [r], [l], waar de blauwe plekken in staan.

In de achterkamer moest ik enorm vechten met mijn tranen. Ik hield mezelf voor, dat ik als ik nu zou huilen, ik alleen zou huilen om deze totalitaire buitensluiting. En niet om Petra. Niemand, zei ik in gedachten, Niemand zal mij mijn tranen om jou afpakken. Als ik hier huil, huil ik om jou, maar als ik nu huil, huil ik om mezelf.

Mijn vader en mijn lieve neef waren erbij komen staan, mijn neef vocht voor mijn woorden. Mijn ooms kregen er prozaisch van langs. Klaarblijkelijk heeft het gen met inzicht en daadkracht van Opa een hele generatie overgeslagen. Gelukkig. Ik dacht al dat het uitgestorven was ;-)

Mijn vader maakte me duidelijk dat ik werkelijk genoeg gezegd had, – op een andere manier dan de Omes hadden bedoeld. Op het moment dat we terugliepen, – niet ik maar de Omes kozen het uit – bleek de voorganger net zijn gebed uit te spreken, en mijn moeder woedend Ssssssssssssssssst te roepen. Het leek even een voetbalwedstrijd.

We waren ruim op tijd terug voor de predikant begon aan het noemen van de namen in gebed. Ruim op tijd terug om te horen dat de voorganger, mijn vaders naam, of het woord vader niet noemde, mijn naam, of het woord zus niet noemde. Wij vielen onder het hoofdstukje En alle anderen, nadat hij moeders, tantes en noem alle derdegraadsfamilieleden, genoemd had. Ik heb werkelijk nog nooit een predikant in zo'n situatie horen bidden voor een halve familie. Zelfs wanneer een ouder onverhoopt niet aanwezig kon zijn, bad men, bij zo'n groot verlies of ernstige ziekte, ook voor die afwezige ouder. Gezien de diepe band tussen Petra en mijn vader – dit hoef ik toch niet te bewijzen aan de hand van emails aan mijn vader die Petra me jarenlang geforward heeft? – was dit een Grote Gotspe.

Voor mij voldoende reden om mij om te draaien vlak voor het moment dat deze dominee de Zegen uitsprak. Een dominee die zijn eigen godsdienst zo weinig serieus neemt hoeft over mij geen Zegen uit te spreken. Zo'n Zegen kan mijn rug op.

Na deze Godslasterlijke B'racha droegen de Omes Petra's kist naar het werkelijke kerkhof. We werden gemaand met de familie mee te lopen, men bedoelde, met de mensen op de eerste rij, en ik zei dat ik bij mijn familie was. Dat was ook zo. Er was meer familie. Mijn neef met Petra's ogen en wenkbrauwen, ik schrok ervan. Mijn tante de violiste, die, sorry Lieve Tante, nu op mijn Oma lijkt. Mijn nichtje dat vroeger op het spannende Curaçao woonde en om wie nog altijd iets exotisch hangt. Om maar een paar mensen te noemen.

Mijn vader, Petra's vader, was een gebroken man. Een groepje mensen wiens achternaam met een H. begint, had zich om de baar verzameld. Er gebeurden dingen die ik niet kon volgen. De schok was te groot geweest. De buitensluiting te absoluut. Het iemand ontnemen te huilen om de dood van haar zus, door haar te dwingen te huilen om hun ontkenning van haar liefde voor haar zus, te huilen om hun afwijzing van haar persoon, is onvergeeflijk.

In onze traditie zal ik u uitleggen wat zonde is. Het is zonde wanneer ik een pot bramenyoghurt koop, en die pot tussen de automatische deuren van de Supermarkt sneuvelt. Al zou ik mijn geld terugkrijgen: het blijft zonde. Die bramenyoghurt was bedoeld om op te eten, en bereikte zijn doel niet. Hij viel in plaats daarvan uiteen in glasscherven.

Het doel van deze dag was mijn zuster begraven, mijn zus, die haar doel niet bereikte, althans, niet het doel in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zijn, zoals zij als kind graag straalde. Het doel van deze dag was ons verdriet een plaats geven. Niet alleen het verdriet van een klein deel van een familie. Ook het verdriet van onze vader. Onze vader die voor Petra, misschien wel meer dan voor mij, een levenlang alles was: boksbal, voorbeeld voor de ideale man, iemand bij wie je je emotioneel kon laten gaan zonder de relatie te vernietigen, stabiele meeleespartij in haar therapie-brieven, grote held, de man die alles kon maken wat hij bedacht, de grote sensitieve man, en - de man die je overal een mening over kon vragen. Vond Petra. Soms was ze verbaasd, boos, dat onze vader iets als beslissen over euthanasie een heel moeilijk onderwerp vond. "Mijn vader weet toch alles?" Dat was de dochter die mijn vader verloor. Deze vader werd buitengesloten, in iedergeval uit de gebeden en woorden, de gehele Dienst door.

Een typisch gevalletje van Zonde. Een gemiste kans om een mens te steunen in zijn verlies en verdriet. Een Dienst als een pot bramenyoghurt die sneuvelt tussen de deuren van de Supermarkt.

Over mijn ontnomen tranen zal ik niet uitwijden, deze hele week staat op mijn netvlies als dansende lampen. Licht dat door mijn tranen tot vlek werd. Het steentje op het graf werpen, met mijn hartverscheurend huilende vader aan mijn arm, zonder tranen, omdat ik mijn tranen niet wilde mengen met de tranen om mezelf, mijn eenzaamheid en afwijzing, zal Petra me vergeven.

Mijn toespraak benoemen als bramenyoghurt tussen de Supermarktdeuren. Ach. Ook die minuten waren te kort om Petra's leven en sterven in woorden recht te doen. Maar het was iets meer recht geweest, wanneer ik mijn woorden had kunnen uitspreken.

Was het nu zo moeilijk mij te laten uitspreken? Bevatte de tekst één enkel verwijt? Nee, geen enkel. Mocht je ze er wèl in horen - en ze zitten er niet in - dan zijn dat de echo's van de verwijten die je jezelf maakt. Als ik verwijten had willen maken, dan hadden ze anders geklonken. Klaar. Ik sprak bijvoorbeeld niet over afgezegde afspraken of weggegooide post. Weggegooide adreswijzigingen. Geen woord was daarover ook maar in mijn gedachten gekomen. Als mijn Edwin epileptische insulten kreeg, en ik kon ze verminderen met adreswijzigingen weggooien, had ik dat ook gedaan. Dat is geen moment een Vraag. Laat staan verwijt. Klaar.

Was dit alles? Nee. Mijn tantetje had nog een opmerking: "Als je maar weet dat ik van je houd, Wat Ze Ook Zeggen." Zulke liefde kan niet wederzijds zijn. Dat is liefde zonder wijsheid. Onderzoek eerst alle feiten, dan ben je meer dan welkom.

En jij, mijn blonde liefste, als jij erbij was, niet te druk de engelen papieren pijltjes door blaaspijpjes te leren schieten, dan heb je je kostelijk vermaakt, gegierd van de lach. Je armen om Papa's nek. Niet huilen Papa, Jolie neemt het voor me op. Ik twee parkeerwachters, Jolie twee omes. Dit is toch ook belachelijk zeg. Ze doen net of ik een naïef meisje ben. Ja, ik kwam even kijken of Jolie het onthouden had, van Sometimes it snows in April. Waarom hebben jullie het eigenlijk niet gedraaid?

Het enige wat tussen de nagel en de vinger komt, is vuil

- Badia, Marokkaans spreekwoord.


De deels uitgesproken toespraak

verborgen dogma's

18 Okt 2003 12:41:
Normaalgesproken, nee ik bedoel twee weken geleden, zou ik hier vandaag hebben geschreven over het nieuwe artikel op m'n prikbordkleed. Volkskrant van vandaag: Lucht geven aan woede werkt averechts, lucht geven aan woede werkt niet catharsisch, maar werkt juist als woede-vergroter en training in agressie. Dat is goed nieuws voor alle geliefden die jarenlang tot binnenvetters zijn bestempeld, die wel 'moesten' overlijden aan een hartinfarct. Een vermoeden wetenschappelijk bevestigd zien is ook fijn. Ik heb dat slaan op een kussen een keer uitgeprobeerd, en de hartkloppingen die ik daar nu juist van kreeg, ervoer ik als onprettig. Ik dacht: dan maar een schilderende, schrijvende, tuinwiedende neuroot, maar wèl een zonder hartkloppingen.

Niet om boosheid te ontkennen, integendeel. Boosheid is niets wezensvreemds. Een baby van nog geen dag oud, kan al boos met het hoofdje schudden wanneer drinken nog niet zo goed lukt. Frustratie mag zich in boosheid vertalen en een gedrag- of houdingsverandering voortbrengen. Een leven lang. Verdriet, pijn, boosheid en angst sturen ons gedrag bij. Een mens zonder angst of pijn verliest al snel gezondheid of leven. Aan de andere kant is boosheid, verdriet of pijn koesteren even schadelijk.

Volgens de christelijke leer is de mens onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Dat deze getuigenis in tegenspraak is met de 'eigen' Bijbelboeken, lost men op door tegenstellingen met pseudologica aan elkaar te praten.

Enkele voorbeelden hoe deze stelling in staat is alles te verzieken. Wanneer je iemand een cadeautje geeft, zul je wel iets goed te maken hebben. Wanneer je iemand geen cadeautje geeft, heb je iemand willen kwetsen. Wanneer je zegt dat je van iemand houd, probeer je hem of haar te manipuleren. Wanneer je niet zegt dat je van iemand houd, ben je een koud en gevoelloos mens. Wanneer je vriendelijk probeert te blijven, ook wanneer een ander boos is of je uitscheldt, ben je arrogant, of probeer je iemand emotioneel te chanteren. Wanneer je probeert je boosheid uit te drukken in woorden, ben je onredelijk. Wanneer je überhaupt je mond open doet, ben je een egoist.

Met de cathechismus in de hand, kun je in elke, elke daad een verkeerd, zondig motief leggen. Een ander motief bestaat er immers niet! Dat hele volksstammen christenen iets dat in staat is alles te verzieken Het Kwade noemen doet er niet toe. Voor hen. Zelfs niet, als je met de Bijbel in de hand evengoed een andere kant uit kunt. Uit mag. Geloof ik.

In plaats daarvan, kan elke daad, hoe voorzichtig, weloverwogen ook, ineens worden aangemerkt als gemotiveerd door Het Kwade. Als je op je knieën zittend met het raam open doucht, om te voorkomen dat er waterdamp in de douche komt te staan, blijkt de schreeuwende rel toch weer niet te voorkomen, omdat je zo'n egoïst was die een beetje antiklit haarspoeling in het 90 centimeter lange haar durfde te doen. Las ik in mijn dagboek.

Ook wanneer je probeert om binnen De Schrift te blijven, en zo aan te tonen dat een verwijt of stelling toch onmogelijk Waar kan zijn, stuit je op een muur van Valse Profeet-verwijten en zonden die je begaan hebt. Zou hebben.

Hoe voorzichtig je formulering ook, hoeveel boeken je er ook op na slaat voor je je uitspreekt, hoeveel wetten der logica je ook probeert toe te passen, je woorden blijven valse, zondige leugens.

Elke communicatie is onmogelijk. Zelfs humor is zondig. "Maar hoe moet ik me dat voorstellen. Er staat nergens God schiep de aarde en stopte even wat dinosaurusbotten in de grond. Er staat nergens God zat een beetje te kleien en dacht, oh wat een leuk fossiel. Op dat ontwerp baseer ik de slak. Daarom kan het toch gewoon zo zijn dat de evolutie het middel tot de Schepping was, en dat die 5700 jaar generaties een fictief getal is?" Nee, de aarde is en blijft een krappe 6000 jaar oud, en wat een Grote Godslaster om God al fossielen kleiend voor te stellen. Maar dat is feitelijk toch wat jullie zeggen? Ik heb het niet verzonnen.

Naar de spelregels zocht ik, om ruzie en drama te voorkomen. Spelregels die telkens weer bleken te veranderen.

Lang heb ik overwogen om Theologie te gaan studeren. Toen ik mijn enthousiasme wilde delen met mijn Omes, toevallig ook dezelfden wiens vingers nu in mijn bovenarmen staan, liep dat uit in een woordenwisseling, die zich laat samenvatten met Een Vrouw Behoort Het Ambt Niet Te Bekleden. Mijn enthousiasme was niet meteen verdwenen, maar toen mijn diploma naderde zag ik nog een extra donderbui hangen. Elke universitaire studie Theologie bood alleen onderdak aan zondige, afvallige, valse, profeten. Kuitert bijvoorbeeld. Alleen die paar theologische hogescholen op de Bijbelbelt waren 'zuiver in de leer'. In die discussie had ik geen zin meer. Wel bleef ik elke paar jaar het programma Godgeleerdheid aan de VU en UvA bekijken.

Waarom is er geen predikant die deze mensen kan bewegen de wereld diapositief te zien in plaats van dianegatief? Niet omdat deze mensen geen dominee maar een psychiater nodig zouden hebben.

Nee, omdat elke dominee die iets anders beweert, de anti-christ in eigen persoon is. Zelfs een dominee binnen de eigen kerk kan ineens valse profeet blijken. Immers, deze valse profeten zullen de mens uitdagen. Om toch maar vooral van het geloof af te stappen. Men moet zich dus verzetten tegen de valse profeten. Niet voor niets kwam men voort uit onderlinge huwelijken tussen betrokkenen bij kerkscheuringen. Nooit kan een woord van een ander voor waar worden aangenomen. Als de Hemel scheurt hoeft u niet bang te zijn voor een nucleaire aanval. Dan is het mijn familie die in een of andere brief van Paulus een bijzin heeft gevonden over een bepaald type haardracht dat in tegenspraak is met de baard van Petrus.

drietand

vergroeide pruik
die altijd en eeuwig
als een bureaucratisch breiwerk
van uitverplozen analyse in
recht en averechtse dwangbevelen
voor mijn ogen hangt
slijmerige slierten religieus zeewier

mis verstand en ongegrond zijn
zinloos gravend delvend naar
ontkenning en onderspit

- Jolie, oktober 1986




Als ...
Dan was de trend niet gezet voor dit drama, dat een Eurypides niet verzonnen zou hebben.


wrak

18 Okt 2003 18:11:
Een trieste giller, maar wel een mij bekende. Men bazuint rond dat ik een wrak zou zijn. Dat bazuint men altijd rond over Petra of over mij, zodra één van ons het met iemand oneens is.

Deze week heb ik me duidelijk oneens uitgesproken. Men wilde dat ik mijn beleving van het sterven van mijn zusje zou wissen. Men noemde daarbij een rij argumenten, en zoals PG altijd zegt: 'als iemand een veelheid aan argumenten moet noemen, is er niet één steekhoudend.' Goed. In dergelijke situaties gaat het altijd rondbazuinen dat Petra of ik wrakken zouden zijn. Nee, ondanks al deze voorvallen hoeft u zich geen zorgen te maken over mijn gezondheid. Ondanks veel huilen vorige week en een enkel moment met melt down spirit van verbijsterde boosheid, heb ik alleen blauwe plekken en een verzwikte enkel.
Mogen we nu gewoon herdenken

reacties

19 Okt 2003 22:49:
Als onze lieve prinses bij de kachel in het badje gaat...
fotootje tentje

... moeten we beveiliging voor haar "nieuwe" 16 jaar oude computertje zoeken.
fotootje tentje

Want met 17 maanden kun je het ineens in je hoofd krijgen: even hup-uit-het-badje en met het gietertje een spelletje Type! spelen. Zo heb ik de box maar weer even in elkaar gezet. Niet voor Leora zelf, want die heeft deze dagen juist extra aandacht nodig.

Ze voelt dat er iets is, ervaart meer afwezige blikken dan normaal, bespeurt ook in Pappa's ookhoek een traan, en reageert dan -begrijpelijk- met hartverscheurend huilen. Zo ben ik vandaag met haar gaan wandelen in het park, waar een mede-dreumes (begeleid door moeder en oma) met twee honden haar tot gillende lach wist te verleiden. Net als het kussengevecht met pappa en mamma, het fictieve muisje dat aangelopen en gekropen kwam, de nog ingepakte op straat gevonden tol en de stuiterbal.

Iedereen, familie, hartsvrienden èn onbekenden wil ik alvast heel hartelijk bedanken voor alle steun en medeleven in allerlei vormen.
Zoals Marlous' persoonlijke verslag van de Rouwdienst. Ik had hier nog meer woorden getypt, maar heb ze gewist. Alles klinkt al snel als vreselijke clichees.
Marlous' weblog

herhaalde vraag

20 Okt 2003 09:30:
Veel mensen hebben gevraagd: "Waarom mocht je die toespraak nu niet uitspreken?" Ook na herlezing ervan, troffen ze geen verwijten. Nabije vrienden van Petra vertelden de Dienst voor mijn toespraak met verbijstering te hebben aangehoord: Deze Dienst ging niet over Petra. En: ik kon mijn zintuigen niet geloven vrijdag, wat een onpersoonlijke, kille, afstandelijke begrafenis! Waarom mocht je die toespraak dan niet afmaken? Je woorden waren een verademing.

Het antwoord op die vraag kan, vermoed ik na dagen denken, alleen angst zijn. Men wist niet wat er in de toespraak stond, -Eddy was onbereikbaar- en men was bang voor de dingen die erin hadden kunnen staan.

Ze stonden er niet in. Waar ziet de familie mij voor aan zeg. Was Petra's dood nog niet wreed genoeg?

Niemand is gediend bij nog meer wreedheid.

Het siert Eddy dat hij de familie geen verwijten maakt.

Vanuit de diepe pijn en wreedheid van dit gebeuren, de verbanden en overeenkomsten tussen verschillende geschiedenissen, had ik niet nog meer wreedheid verwacht.

Het buitensluiten van een aantal hoofdrolspelers in het leven van Petra ervaar ik weldegelijk als wreed.

Ik begrijp niet wat Eddy en de voorganger daartoe heeft bewogen. Maar wat mijn familie heeft bewogen om me ruw weg te sleuren, begrijp ik wel: angst.
Begrijpen versus Begrip hebben voor

tekeningen

20 Okt 2003 17:51:
Bij de geboorte van Petra heb ik indertijd tekeningen gemaakt van mijn babyzusje. In het handschrift van mijn moeder leest u het door mij indertijd gesproken bijschrift.

Baby Petra in de wieg, bij Papa's kabouterschildering


tekening is groter dan de scanner, deel weggevallen


Baby Petra net geboren


tekening


tekening


tekening is groter dan de scanner, deel weggevallen


tekening


tekening is groter dan de scanner, deel weggevallen


tekening


Petra in de wieg, 1967

oorverdovend zwijgen

20 Okt 2003 09:31:




Jurgens, VK

21 Okt 2003 21:22:
In september 2003 zou ik hier vandaag geschreven hebben over het pleidooi van senator Jurgens in de Volkskrant van vandaag, voor een geannoteerde heruitgave van Mein Kampf. Hoewel ik geen voorstander ben van het drukken van racistische teksten, zou ik het pleidooi toch onderstreept hebben met het gegeven dat verschillende andere racistische en tot groot sterven leidende teksten gewoon en ongeannoteerd gedrukt mogen worden. Zelfs in goedkope ramsj-versies verkocht mogen worden.

Maarja, waarom zou ik me nog inspannen op blinde vlekken te wijzen. Laten we ervanuit gaan dat Spaink deze contradictie vroeg of laat ook ontdekt.

Leora met SE 68000

Leora ziet de vis in de viskom, op de SE 68000

speelpleintje

22 Okt 2003 11:09:
Leora op het speelpleintje
Vlak na deze foto vond Leora vier Jordanese klederdrachtpoppen en een beertje, bij de boom die net links buiten beeld staat. Twee poppen met knipperogen, éen van celluloid en éen van stof. Ze stapelde ze allevijf naast Tony-beer in het wandelwagentje, en doet ze nu in bad, in het afwasteiltje. Wat komt daar een bruine sigarenrook-soep vanaf zeg.
Leora op het speelpleintje

zwijgen

22 Okt 2003 11:12:

Laat ons samen zwijgen, opdat


dissociatie

22 Okt 2003 15:05:

Laatst belde je op. Je had een schelpengordijn gekocht. Het maakte hetzelfde klingelende geluid, zei je, zoals de kleine schelpengordijntjes die we van Tante Ruth hadden gekregen. Zo vertrouwd. Tante Ruth heeft ons mooie herinneringen gegeven, zei je. Ik durfde niet te antwoorden dat we Leora om die reden ook naar Tante Ruth hebben vernoemd. Zo'n antwoord, zo'n bevestiging van je verdriet, kon je hoofdpijn geven, epilepsie, of erger. Je vroeg of ik het schelpengordijntje nog had, ik antwoordde bevestigend, en dat het stuk was en ik het in de woonkamer had klaarliggen ter reparatie. Je vroeg hoe het stuk gegaan was, en ik vertelde van de kat van de buren, die door mijn slaapkamerraam geklommen was, en aan een schelpenstreng was blijven haken. Je moest er om lachen.

"Hebben wij eigenlijk wel goede herinneringen." zei je toen ik kon horen dat je lach was verdwenen. "Maar natuurlijk." zei ik. Miesje, Liesje, buurvrouwtje. Brood eten uit je broodtrommeltje in de nacht. Zandskieën en laarzen vol water in Zuidhorn. Boomhutten in Oma's tuin. Onrijpe appels proeven en aardappels poffen in 'Het Bos.' Het zwembad. Geintjes maken tegen voorbijgangers vanuit de eend van Oom Louis. Varen met het polyester bootje naar Wilnis. "Ik dacht dat jij alleen in mijn ergste nachtmerries voorkwam." verzuchtte je. "Hoe krijg jij het toch voor elkaar om goede dingen te herinneren. Mama doet dat ook altijd maar.." klonk je, bijna verwijtend, alsof het een onbegrijpelijke psychische ziekte betrof. "Maar lieverd," zei ik, "een mens zou toch geen leven hebben als 'ie elke dag stilstond bij de naarste dingen in plaats van de leukste dingen in z'n leven?"
"Nou," zei je, "Jij was anders maar wat blij toen je naar de kleuterschool mocht, en ik niet meemocht."
Ik vertelde je naar waarheid dat de werkelijkheid heel anders was. Dat ik elke dag met tegenzin naar de kleuterschool ging, omdat thuis met mijn Artep spelen veel leuker was. Dat ik volgens Randstedelijke mode kort haar en een lange broek had, en ik me, aangezien voor jongen, de WC's moest invechten op deze gereformeerde kleuterschool vol witte vlechten en rokjes. Dat je al heel klein prachtig kon tekenen, en ik je tekeningen meenam, liet zien aan de juf, en zei: "Het is niet eerlijk dat mijn zusje niet meemag, zij hoeft geen vier te zijn, want ze kan al heel goed tekenen." Dat ik me nog kon herinneren dat er kinderen in de klas waren die nog niet eens een poppetje konden tekenen, en ik het zo oneerlijk vond. Je was even stil. Je verhaalde van een collega van Papa, die gezegd zou hebben dat onze ouders ons -we waren vijf en zeven- uit elkaar moesten halen, omdat we teveel aan elkaar gehecht zouden zijn. Ik zei dat je dat soort jaren zeventig bullshit-psychologie moest vergeten. Dat er nauwelijks één theorie uit die dagen te vinden is, die vandaag nog staat. Dat wij samen alleen maar beroerd behandeld zijn door alle gekte van die dagen. We bespraken nog meer, de beelden uit het fotoalbum. Ik zal het niet citeren, het is tussen jou en mij. Het is liefde tussen jou en mij. We spraken af dat we het vaker over vroeger zouden hebben, over die dingen als de boomhutten en de gepofte aardappels. Hoe lang was dat geleden? Drie, vier weken? Nu zal het er nooit van komen.

Tante Ruths schelpengordijntje, je lampje en kaarten


Een andere keer, langer geleden, vertelde je me over je last van dissociaties. Een medische term die ik niet kende. Je werd een boos toen ik mijn kennisgebrek opbiechtte. Ik was de grote zus, ik behoorde alles te weten, en met een stampvoetende rimpel tussen je wenkbrauwen legde je uit wat dissociatie was. Hoe een schokkende gebeurtenis een kind de ervaring kan geven het lampje op het plafond te zijn, of de boeken in de boekenkast. En hoe een herhaaldelijke ontkenning van zo'n gebeurtenis, wanneer een kind er achteraf toch over probeert te praten, een volledige persoonlijke desintegratie kan veroorzaken. Een kind op momenten van spanning het gevoel kan geven eenvoudigweg niet meer te bestaan. Het duizelde me. Je noemde twee voorbeelden. Ik heb beide gebeurtenissen als kind persoonlijk waargenomen, en bevestigde je ervaring. 'Waarom,' zei je, 'waarom, was er nooit een volwassene die mijn waarneming bevestigde als ik erover probeerde te praten? En waarom zei jij, jij zelf ook, dat het allemaal niet zo erg was?' Je was kwaad, je was heel kwaad. 'Ik was maar een kind,' zei ik, 'ik kon ook niet anders.'
'Maar een kind van vier, vijf, zes of twaalf, is niet gek. Die ziet heus wel wat er gebeurt. Hoe erg het is. Weet je wel,' vroeg je, 'hoe ik aan mezelf ben gaan twijfelen daardoor? Aan mijn waarneming? Dat heeft de basis gelegd voor die hele geschiedenis met [censuur]. Als ik niet bij alles dat erg was had gedacht, nee, had moeten denken, dat is niet gebeurd, dan had ik heus wel gezegd, Wat me NU is overkomen... Nu was ik alleen het lampje op het plafond..' Je refereerde naar mevrouw H., de deskundige met wie je, vertelde je, over dissociatie had gesproken.

'Weet je waarom jij toen je jong was nooit aan kinderen hebt durven beginnen?' vroeg je zonder mijn antwoord af te wachten, 'Omdat je bang was dat je ze hetzelfde zou aandoen.'

Ik ontkende het, en jij vertelde hoe liefdevol je Jonathan wilde opvoeden, en je brak in tranen uit, terwijl je vertelde over een droom.

Dissociatie
De ingekorte versie van deze pagina, incl. teksten van vóór 6 oktober en na 22 oktober
De meest recente weblog
Jolie's homepage
php-icon scripting & tekst © Jolie Mail, 2002, 2003