Homepage Jolie


      Boeken, nabestaanden suïcide



      Verder” — Over rouw na suïcide, Anne Polet, Acco, Leuven/Leusden tweede herziene druk 2002, ISBN 90-334-5138-7

      Het boek van Anne Polet heeft mij — naast Thomas Joiner's Why people die by suicide — het meest aangesproken. Dit boek is vooral een aangename afwisseling tussen persoonlijke notities, en een heldere visie op de ervaringen die de nabestaanden opdoen.

      Het boek geeft je (wetenschappelijk) inzicht in het slagveld van verdriet waar zelfmoord je doorheen sleept. Van de Nederlandstalige boeken ervoer ik dit boek als het meest compleet. Alle processen als verhoogde bezorgdheid om anderen, verlies van vertrouwen, moeite met speciale dagen enzovoort bespreekt Polet, helder, intelligent en respectvol. Het feit dat Anne's broer Rob Polet mijn klasgenootje was in VWO5, geeft het boek voor mij een extra lading.
      Eerder over dit boek in mijn weblog ]

      witteknoop



      Ongezocht ongeluk” Peter Handke, Oorspronkelijk: Wunschloses Unglück, 1972 Residenz Verlag, vertaling: Arbeiderspers, 1975, ISBN 90 295 1857X

      Een bijzonder sympathiek en begripvol boek van een zoon die zijn moeder verloor aan zelfmoord. In zorgvuldige zinnen verhaalt Handke het leven van zijn moeder, en zijn eigen reacties op haar dood.
      Ik heb het boek meerdere keren gelezen, zowel (ver) voor als na de dood van mijn zus. Het boek schept begrip en respect voor de overledene. We leven anno nu in een tijd waarin iedereen wars is van verzachtende omstandigheden. Bij alles klinkt eigen keuze. Handke daarentegen, heeft hier nog oog voor maatschappelijke omstandigheden en persoonlijke geschiedenis die als optelsom van factoren iemand fataal kunnen worden. Toch doet hij haar dood daarmee niet af, Handke blijft genuanceerd en houdt respect voor de factoren die we nooit zullen weten. Een wijs boek.



      Het perpetuum mobile van de liefde” Renate Dorrestein, Uitgeverij Contact. Amsterdam 1988, ISBN: 902545545X, ISSN: 0927-7625

      Ook Dorrestein houdt oog voor de maatschappelijke omstandigheden die ten grondslag lagen aan de ondergang van haar zusje. Zelf ervoer ik alle schuldlast die Dorrestein de onderdrukking van vrouwen en de slankheidsidealen in de schoenen schuift, als wat eenzijdig. Natuurlijk, het speelt mee.

      Bovendien is het schrikbarend hoe weinig oog daar nog voor is. Vrouwen van vandaag moeten extreme makeovers, liposuctie, botox, werken èn zorgen zonder zeuren: in de tijd dat Dorrestein dit boek schreef, was dat zelfs nog niet eens vanzelfsprekend.

      Toch miste ik een uitgebreidere schets van het leven van dit zusje — iemand, denk ik dan, is toch méér dan alleen zijn dood. Aan de andere kant begrijp ik ook hoe moeilijk het is om zo'n aan het hart gelegen leven te beschrijven.

      Het boek geeft kortom, een haarscherp beeld van de vragen die Dorrestein zichzelf stelt, van haar verdriet, haar nachtelijk ijsberen, van het voorvoelen dat de zelfmoordpogingen op iets uitlopen, van de peptalks en de angst iemand zich een nog grotere mislukkeling te laten laten voelen, van clowneske vrolijkheid en onvermogen. Maar waar ik Dorrestein zie en mezelf herken, mis ik het zusje. Het kan ook niet anders.

      paarlmoerenknoop



      Ik heb geen toekomst, zei ze” Over suïcide en de gevolgen voor nabestaanden, Elly den Herder-Michielsen, Uitgeverij Barnabas, Heerenveen, 2006, ISBN 90 8520 054 7

      Dit is een boek dat ik mijn ouders zou aanraden.
      Dit warmhartige boek vertelt aan de ene kant een persoonlijk verhaal, en verklaart aan de andere kant een aantal vragen waar nabestaanden mee rondlopen. Ze bespreekt als klinisch psycholoog een aantal verklaringen voor suïcide, zonder een waarde-oordeel te geven, noch over de invalshoeken, noch over de suïcidale mens. Vanuit haar christelijke achtergrond laat ze verschillende geestelijke verzorgers aan het woord en bespreekt ze ook de rol van geloof en pastoraat. Toch is het mijns inziens ook prima leesbaar voor mensen die een ander geloof dan de schrijfster kennen.

      Tenslotte laat ze ook nabestaanden aan het woord vanuit hun eigen invalshoeken als ouders, kinderen, broers, zussen en partners. Als illustratie of overdenking bevat het boek enkele gedichten van o.a. Bert Schierbeek, Ida Gerhardt maar ook van nabestaanden en overledenen. Het is een boek kortom, dat respectvol omgaat met de kwetsbaarheid van de nabestaanden.



      Verlies door suïcide” Werkboek voor nabestaanden, Marieke de Groot, Jos de Keijser, Ten Have, Kampen 2005, ISBN 90-259-5577-0

      Dit werkboek is me nogal tegengevallen. Misschien had ik al te veel gelezen: het is tiende boek van deze lijst dat ik las. Misschien was de aankondiging — achtergrondinformatie, verhalen van lotgenoten en praktische oefeningen — iets waarbij ik me méér voorstelde dan het werkelijk inhoudt. Zo bleken de oefeningen allerlei dingen die ik — klaarblijkelijk — van nature al doe: gedachten toetsen aan de realiteit bijvoorbeeld, of onderzoeken of je uitgaat van vooroordelen. Opmerking: dit kan natuurlijk een echte eye-opener zijn, en een praktische hulp en reality-check.

      Heel warmhartig kwam het me ook niet voor. Veel passages bevatten passief of onpersoonlijk taalgebruik (‘worden’ en ‘zijn er’) Persoonlijk voorkom ik die grammatica zèlfs in nieuwsberichtjes voor een bewonerscommissie, zodat de lezer zich niet afvraagt wie het onderwerp van zo'n passieve zin is, of waar zoiets zich afspeelt.

      De persoonlijke passages, die van de lotgenoten, leken allemaal herschreven, en sloten desondanks niet altijd aan bij de tekst die eraan voorafging of erop volgde. Dat deed me een beetje denken aan de voorlichtingsboekjes van vroeger. Daarin begon zo'n paragraafje uit te leggen wat condooms waren, latex, glijmiddel you name it, en volgde er daarna een lollig ervaringstekstje over een stelletje dat het maar gehannes vond om ze om te doen.

      Kortom: dit boek is het niet voor mij. Misschien is het daarentegen wèl iets voor mensen die nèt iemand verloren hebben, of die van nature niet heel contemplatief zijn ingesteld. Die het gewoon een eyeopener vinden dat je kunt nagaan of wat je denkt klopt.

      paarlmoerenknoop



      Voyage de noces” Patrick Modiano, Gallimard 1990, ISBN: 2070719804

      Op de eerste pagina van Voyage de noces bezoekt een man het hotel waar een vriendin van vroeger zich een paar dagen eerder van het leven beroofde.

      Daar begint de zoektocht naar het waarom van haar dood. En tegelijk naar de oorsprong van de eigen ervaring van leegte, tegen een verontrustend en dreigend decor, zoals alleen Modiano kan beschrijven. Uiteraard — het blijft Modiano — lukt het de hoofdpersoon slechts een deel van de puzzel op te lossen.

      Juist om die reden noem ik het boek ook in deze lijst: wij kunnen als nabestaanden nooit alle redenen achterhalen, nooit elk mysterie rond deze dood opheffen.

      Het is dat ik Modiano niet kan vragen het levensverhaal van mijn zus te schrijven, maar anders zou ik het doen: hij houdt in elk boek oog voor de dingen die we niet kunnen weten en weet de kleinste details monumentale betekenis te geven.

      Mensen die zoeken naar verklaringen en analyse kunnen beter een ander boek dan deze novelle kiezen. Bovendien is het werk niet vertaald, althans niet in het Nederlands. Misschien is het ueberhaupt niet meer te koop: ik kocht het begin jaren negentig al en heb het nadien niet meer gezien.



      Verkleed als mens” Wouter van Oorschot, Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam 2004, ISBN 9028240268

      Verkleed als mens laat zich lezen als een zoektocht naar De Broer. Achteraf vind ik het meer een boek over de geschiedenis van de zestiger jaren in Amsterdam, het eerste drugsgebruik, de eerste kraakacties tot het heruitvinden van persoonlijke waarden — tegen de achtergrond van de geschiedenis van de uitgeverij van vader Van O0rschot.

      Het knapste aan het boek is de waardige distantie: nergens priemt Van Oorschot met een beschuldigende vinger, nergens geeft hij ouders, artsen of instanties de schuld voor de dood van zijn broer. Vergeleken bij andere boeken waarin het thema zelfmoord een rol speelt, is het een verademing dat de lezer zelf een conclusie mag trekken — of in het ongewisse mag laten.

      Lezers die echt op zoek zijn naar een boek over rouw na suicide, kunnen beter een ander boek lezen: daarvoor is dat aandeel te klein of te weinig algemeen.
      eerder over dit boek in mijn weblog ]



      De Gelukkige Huisvrouw” Heleen van Royen, Uitgeverij Vassallucci, 2000 / Uitgeverij Muntinga 2002, ISBN: 9041703470

      Dit verguisde maar goedverkochte boek weet een psychische crisis na een rampbevalling hilarisch te beschrijven. De achtergrond van deze crisis is de zelfmoord van de vader van de hoofdpersoon. Het thema van het boek is dan ook eigenlijk het verwerken van deze dood.

      Hoewel het boek veel mensen niet aanspreekt omdat ze het taalgebruik platvloers vinden of de opbouw niet evenwichtig, vind ik het toch een aanrader voor mensen die over dit zware thema eens een wat lichter boek willen lezen. Ik heb er zelf in elk geval hartelijk om kunnen lachen en vond een aantal passages, zoals het bezoek aan de oom, heel autentiek overkomen. Dat andere passages stoerder en bralleriger zijn stoorde mij ook niet, integendeel: we moeten verder in het leven.

      grijzeknoop



      Een te dunne huid” Bram Hulzebos, Uitgeverij Contact , Amsterdam 2003, ISBN 90-254-0192-9

      Rouwstadium woede” is het gevoel dat je bekruipt als je dit boek leest. De schrijver is boos, nors, bitter. Op de hulpverleners die zijn vader niet hielpen en op zijn vader — die zelfmoord pleegde — zelf.

      Waar Handke, Modiano en Dorrestein zoeken naar verklaringen, maatschappelijke verklaringen, verklaringen in het levensverhaal, doet Hulzebos die af als “verhalen waarmee hij zich tot in lengte van dagen een alibi verschafte voor zijn onmacht om behoorlijk te leven” [...] en “waar een bepaald slag hulpverlener, dat er van houdt om bepaalde verbanden te leggen, wel een poosje mee uit de voeten kan.” [p.94] Natuurlijk, we hebben allemaal genoeg van soft geouwehoer en gemakkelijke goedpraterij. Maar mag de lezer deze man begrijpen of op z'n minst zelf oordelen?

      Dit grimmige boek is het niet voor mij — hoeveel moeite ik destijds ook gedaan heb om het te bestellen. Ik heb heel andere ouders, en heb een heel ander type naaste verloren, na een onvergelijkbare — lange — geschiedenis. Dit boek is waarschijnlijk erg geschikt voor mensen die in het stadium verkeren dat ze hun woede ergens in kwijtwillen. Dan zijn maatschappelijk werksters en artsen natuurlijk dankbare zondebokken (pardon: domme koeien en zeugen, aldus Een te dunne huid.)

      Hulzebos was destijds èrg boos over de bespreking die ik schreef in mijn weblog. Zijn woedende mail was minstens zo grimmig als dit boek: ‘Hij [Pa Hulzebos, red.] kon de mensen heel erg afkraken’ [p. 89] Hoe herkenbaar. Ik hoop dat Hulzebos inmiddels aan zijn verdriet is toegekomen, en zijn woede achter zich heeft kunnen laten.
      eerder over dit boek in mijn weblog ]



      Suïcide wat is er tegen?” — Zelfdoding in moreel perspectief, Harry Kuitert, Ten Have, Baarn 1983, ISBN 90-259-4526-0

      Kuitert ontrafelt in dit boek veel visies op suïcide. Niet alleen 'calvinistische' visies. Ook de kijk van de grote filosofen, recente sociologen en psychologen komt aan bod. Dit boek is vooral interesant voor mensen die willen begrijpen waarom zelfmoord in de christelijke geloofswereld zo moeilijk bespreekbaar is. Het boek is voorzien van een uitgebreid voetnotenapparaat, dat weer mogelijkheden biedt tot verderlezen.
      eerder over dit boek in mijn weblog ]



      Loden last” — Het taboe rond zelfmoord, Bram Hulzebos en Bram Bakker, Uitgeverij Contact, Amsterdam 2004, ISBN 90 254 1872 4

      Het suicidecijfer moet en kan naar beneden, stelt dit werk. Het is sympathiek van Bakker dat hij zere plekken in de eigen beroepsgroep durft aan te wijzen. Al ben ik, in de jaren na het verschijnen van dit boek, gaan twijfelen aan Bakkers motieven om die wijzende vinger te heffen.

      Mensen die jarenlang tegen machteloosheid in de psychiatrie aanliepen, hun geliefde verloren, en die daarvoor weinig verklaring ontvingen van de behandelaars, zullen waarschijnlijk steun in dit boek vinden.

      Hoewel ik zekere ergernis t.a.v. de psychologe en de interniste van mijn zus ken, deel ik de basislijn van het boek niet. Het is zo makkelijk om de dood van je geliefde aan de behandelaar te wijten. Of aan het ontbreken van hekken bij spoorwegovergangen, zoals Loden last stelt. Geen wonder dat dit boek reacties als ‘eindelijk, naar de clienten wordt nooit geluisterd en men strijkt maar kapitale salarissen op, mijn vertrouwen in de hulpverlening was in één klap weg’ oproept.

      Persoonlijk denk ik dat suicide nauwelijks te voorkomen is met een strict opnamebeleid, hekken bij spoorwegen — èn een verbod op touw, veterschoenen, riemen en scheermessen, want hey, we moeten dan wel consequent blijven ;-)

      Het voorkomen van suicide begint eerder bij het herkennen van het suicidaal proces, de overtuiging nergens bij te horen, anderen maar tot last te zijn, en het oefenen om de drijfveer tot zelfbehoud te overwinnen doormiddel van herhaalde zelfmoordpogingen of een zelfdestructieve levensstijl. Natuurlijk ligt daar een taak voor de vakgenoten van Bakker — maar die moeten dan niet door de wet en het schaarse aantal verzekerde consulten ingeperkt worden. En evengoed: zich niet laten verblinden door persoonlijke ijdelheid, als betweters die wellicht eigen falen verhullen door met graagte naar vakgenoten te wijzen.

      Kortom: geschikt — voor mensen die behoefte hebben aan een hanteerbare zondebok.
      eerder over dit boek in mijn weblog ]

      grijzeknoop



      Why people die by suicide” Thomas Joiner, Harvard University Press, January 2006, ISBN 0-674-01901-6 recensie in de Volkskrant 310306

      Welk mechanisme is zo sterk, dat het ons instinct tot zelfbehoud weet te gijzelen? Thomas Joiner, zelf zowel nabestaande van suicide als hoogleraar psychologie, Florida State University, beantwoordt die vraag aan de hand van uitvoerige analyse van bestaande theorieën over zelfmoord, eigen klinisch onderzoek, epidemiologisch onderzoek tot en met het werk van filosofen. Hij illustreert zijn stellingen — de pijlers onder suicide zijn intense psychologische pijn door sociale isolatie en het gevoel tot last te zijn in combinatie met ontregelde impulscontrole die een mens doet ‘wennen’ aan zelfveroorzaakte pijnlijke episodes — overtuigend met uiteenlopende anecdotes, en weet in dat alles ondanks de precieze, wetenschappelijke benadering, een warme, betrokken toon te handhaven. Zijn liefdevolle woorden over zijn vader, waaruit onmogelijk gemis sprak, deden de tranen over mijn wangen lopen, toch verliest het boek nergens het wetenschappelijk karakter.

      Joiner waarschuwt voor heroïseren, en verklaart tegelijk waarom suïcide zoveel voorkomt onder mensen die hun weerzin tegen de dood en lichamelijk ongemak beroepshalve hebben moeten overwinnen, zoals artsen.

      Hij toont hoe we niet lichtzinnig mogen oordelen over halfslachtige en mislukte suicidepogingen of zelfbeschadigingen, omdat deze een basis kunnen vormen voor een dodelijke suicidepogingen, een basis die, eenmaal gelegd, altijd aanwezig zal blijven.

      Anderzijds laat hij ook zien dat niet alle gedachten aan en over suicide meteen als risicovol gezien moeten worden: mensen die bepaalde karaktertrekken, eigenschappen en genen niet hebben, lopen een veel kleinere kans om suicidaal gedrag te ontwikkelen.

      Voor behandelaars en iedereen die beroepshalve te maken heeft met suicidaliteit, is het boek een aanrader. Opm.: het is geen alledaags VWO-engels: sommige amerikaanse reviews op Amazon klaagden wat over het wetenschappelijk jargon.
      De aanbevelingen die Joiner doet — als in crises met name richten op het gevoel van isolatie en het gevoel een ander tot last te zijn, crises voorkomen met een crisis-card (soort checklist,) vervolgens met langerdurende cognitieve therapie impulsiviteit bestrijden — zijn concreet en praktisch. Tenslotte biedt Why People Die by Suicide een schat aan aanknopingspunten voor nader wetenschappelijk onderzoek.

      Kortom: Het werk van Thomas Joiner zal levens redden, daarvan ben ik overtuigd. Voor mensen die net iemand hebben verloren lijkt het boek me overigens erg zwaar, die zou ik een van de andere boeken aanraden.





      Een klein leven” — Hanya Yanagihara Nieuw Amsterdam, 2016, ISBN: 9789046820315

      Sommig trauma is zó groot, dat zelfs vrienden met engelengeduld, maatschappelijk succes, aanhoudende zorg, liefdevolle adoptie-ouders en opofferende liefde niet genoeg is om iemand te weerhouden van zelfmoord.
      Yanagihara neemt de lezer 750 pagina's lang mee om deze boodschap zo overtuigend mogelijk te brengen. Stukje bij beetje onthult ze gruwelijk misbruik en de geestelijke en lichamelijke verwoesting daarvan.

      Misschien kiest Yanagihara bewust voor een groteske vorm van misbruik, zowel in aard als aantal daders — de broeders van het klooster, de begeleiders van het kindertehuis, een gestoorde, moordlustige psychiater, het eerste vriendje dat vertrouwd werd. Zodat slachtoffers misschien wel kunnen zeggen: ‘ik heb minder meegemaakt, ik hoef mijn naasten niet tot nabestaanden te maken’?

      Is dit veelgeprezen literaire werk behulpzaam voor nabestaanden? Ik weet het niet. Ja, Yanagihara overtuigt. Tegelijk kun je je afvragen of de mokerslagen die Yanagihara in lange beschrijvingen, bijzinnen en perspectiefwisselingen uitdeelt nodig zijn om te overtuigen. Als ze op elke pagina eenderde geschrapt had, was het verhaal van Jude ook blijven staan.

      Voor de nabestaande die overtuiging zoekt, dat er trauma bestaat waartegen zelfs de allerliefste vrienden en het grootste maatschappelijk succes het aflegt, kan dit boek een aanrader zijn. Géén ‘troost’, in tegenstelling tot wat de achterflap meldt. Wie dit boek ‘het meest troostrijke boek dat ik ooit las’ noemt, klinkt naar mijn smaak bijzonder cynisch.

      Ik geef dit boek geen waardering. Het is als literair werk genoeg geprezen — en ik twijfel of dit als Nederlandstalig manuscript, geschreven door een Nederlandse schrijver, ooit in Nederland op de markt gebracht zou zijn. Het heeft, kortom, mijn waardering niet nodig.



      De langste adem” Arielle Veerman, Uitgeverij Prometheus, 2020, ISBN: 9789044641080

      Arielle Veerman belicht in haar boek over de dood van Joost Zwagerman, haar ex en vader van hun drie kinderen, een kant die bij zelfmoord vaak onderbelicht blijft.

      In dit boek herken ik de gedrevenheid, het fanatisme — dat durf ik het bijna niet te noemen, maar is het wel — in het gevecht om maatschappelijk succes, om waardering. Het gevecht tegen vermeende vijanden, schuldigen, die vaak voorafgaand hartsvrienden waren.

      Ik herken het gevoel, dat je als naaste op afstand gezet wordt en tegelijkertijd meemaakt dat er vanuit die afstand ineens aanvallen plaatsvinden. Boze mails, woede, roddel — om onvoldoende geuite waardering of iets kleins dat je zelf ontgaan is — afgewisseld met brede spijtbetuigingen. Als eerstegraads familielid wéét je dat zoiets voortkomt uit onmetelijke onzekerheid, levensangst of trauma. Maar bij elke poging om die te verhelpen, of zelfs maar te benaderen, stuit je op de muur van de roem — in mijn geval: huisarts — en in De langste adem: Bekende Nederlander.

      De andere kant van zelfmoord, de kant waarin zelfmoordenaars van hun nabestaanden moordenaars maken, heb ik nog niet eerder zo liefdevol en zo onverbloemd verdrietig gelezen als in dit boek van Arielle Veerman.

      Dit boek is een aanrader voor nabestaanden die een langere periode van destructief gedrag meemaakten. Jaren waarin vriendschappen, relaties en familiebanden op de proef gesteld werden, waarna alle liefde en geduld ontoereikend bleek.
      Troost zal ik het niet noemen, maar herkenning wel, tot en met die vreemde, losgezongen uitvaart, hoe verdrietig dat andere eerstegraads nabestaanden deze buitensluiting ook meegemaakt hebben.

      Laat dit boek bovendien als lesmateriaal dienen voor uitvaartbegeleiders, dominee's en uitvaartvakopleiders. Wees extra zorgvuldig bij samengestelde gezinnen, gescheiden ouders die een kind verliezen, een kind dat een gescheiden ouder verliest, een ex die 20 jaar lief en leed deelde: sluit geen nabestaanden buiten. Ga niet af op één verhaal of één invalshoek. Onzorgvuldigheid bij een uitvaart, zeker bij zelfmoord, is nooit meer te herstellen.



      Leven met zelfdoding” — 60 brieven van nabestaanden — door Jolien van der Kooij en Wouter de Jonge, Uitgeverij Sinds 1883, Leiden, 24 april 2014, ISBN 9789078342007

      Dit boek is een initiatief van Sinds 1883 — uitgevers. Mede-nabestaanden van zelfmoord helpen door ervaringen te delen, is de gedachte achter het boek. Jolien van der Kooij, docent uitvaartvakopleiding en Wouter de Jonge, uitvaartondernemer, selecteerden 60 brieven waarin nabestaanden persoonlijk vertellen hoe hun leven veranderd is na zelfmoord in hun directe omgeving. ‘Leven met zelfdoding’ is een boek geworden waarvan de gezamenlijke auteurs hopen dat mensen die nu met zelfdoding te maken hebben er troost in zullen vinden. Het boek verscheen op: 24 april 2014.



      Uit de tijd gesprongen” — door Coby Leeuwenburgh-Kloosterman, ISBN: 978-94-022-3537-1

      Coby Leeuwenburgh-Kloosterman uit Middelburg schreef het boek ‘Uit de tijd gesprongen’ over het verlies van haar zoon Patrick. Ook schreef Coby de dichtbundel Ster tussen de sterren, ISBN: 978-94-022-4407-6, over onderwerpen zoals de jaargetijden, eenzaamheid, watersnood en de rouw om haar zoon. Deze bundel verscheen eind maart 2018.

      grijzeknoop



      Disclaimer
      Hoe je een boek waardeert dat over zelfmoord gaat, is subjectief. Waardering is afhankelijk van herkenning, je relatie met de overledene, karakter, overtuigingen of het ontbreken daarvan enzovoort.

      Een romantisch of heroïsch beeld van zelfmoord heb ik niet. Kurt Cobain was geen held van me. Net zo min als Sylvia Plath of Stig Dagerman. Of Joseph Goebbels. Seneca doodde zichzelf in opdracht en terugvechten had ik misschien wel waardiger gevonden dan deze omstandige gifbeker in bad, Dido vond ik vooral een slecht verliezer, Pyramus en Thisbe slachtoffers van een tragisch misverstand. En elke zelfmoord die ik tot nu toe heb meegemaakt, van klasgenoten, kennissen, een zeer gewaardeerde buurman in 2016 — maar bovenal en meest nabij: mijn zusje in 2003 — was hopeloos jammer. Onnodig — als er van de tien factoren misschien net die éne op die fatale dag had ontbroken.

      Ik noem dat expliciet, omdat ik niemand op een idee wil brengen met aandacht voor dit thema. Uiteindelijk ontneem je jezelf de grootste gift die je bij je geboorte hebt gehad: je leven met al je talenten en goede kanten en al je inzet tot nu toe. En wat krijg je ervoor terug? Helemaal niets. Het èchte leven is geen Thirteen Reasons Why, waarin nabestaanden op zoek gaan naar redenen, en betrokkenen als getuige of dader voor het gerecht gebracht worden. Niets van dat alles zal gebeuren, en als je pech hebt, zoals bij mijn zusje het geval was, mag het woord zelfmoord op je uitvaart niet eens genoemd worden.

      Als dode word je niet romantisch bewierookt, maar word je eerder een speelbal vol labels: het beeld dat anderen op je plakken. Een beeld in verleden tijd, dat nergens meer lijkt op wie je werkelijk was, met al je talenten en kansen. Een beeld dat je zelf nooit meer kunt bijstellen, omdat je al je talenten en kansen hebt weggegooid.

      Beter kun je afspraken maken, dat je op moeilijke momenten, zowel bij intens verdriet als bij machteloze woede, altijd contact kunt opnemen met een naaste vriend die je kunt vertrouwen, — zoals Polet vertelt in deze radiodocumentaire. Vlaanderen kent een centrum voor zelfmoordpreventie, Nederland kent de Sos Telefonische Hulpdienst en sinds kort ook 113online.nl voor e-consultatie en chat-therapie, of contact met lotgenoten op 113online-forum. Want moeilijke momenten gaan voorbij en een depressie kan iedereen overkomen (link naar een interessant artikel over depressie en de behandeling ervan, leesbaar voor iedereen.).

      Nabestaanden zijn ook welkom op 113online.nl, bijvoorbeeld in het nabestaanden-forum. Ook zijn er voor nabestaanden lezingen, zoals te vinden via Ton Baakman en praatgroepen, te vinden op de site van Carla den Hartog (Is de site ofline...?). Ik ben daar waarschijnlijk niet zo'n type voor, ik heb destijds voor privé-psychotherapie gekozen. Voor anderen is een lotgenotengroep weer iets waar ze veel aan ontlenen.

      Kortom: deze pagina is gebaseerd op mijn ervaring en zodoende subjectief. Mailen kan via jolie@xs4all.nl.

      Knoopjes?
      Tot 2003 besprak ik vakliteratuur, boeken die ik toch las voor mijn werk. Het ikoontje vond ik niet zo geschikt voor een rating van deze boeken. Zodoende het knoopje:

      waarderingwaarderingwaarderingwaarderingwaardering = zeer aanbevolen
      waardering = meer iets voor De Slegte